AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. GEMEENTE BREDA Volgno. 25a der agenda Bijlagen 1955 no. 268 4 Mei 1955 Vl/7520 Prae-advies van Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van een schrijven van Gedeputeerde Staten "betreffende een uitkering-ineens over het eerste halfjaar 1955 aan de secretarissen, ont vangers en ambtenaren van de burgerlijke stand. Van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant is een schrijven ontvangen d.d. 20 April 1955 waarbij deze mededelen, dat zij voornemens zijn voor de secretarissen, ont vangers en ambtenaren van de burgerlijke stand van de gemeenten in deze provincie een gelijke voorziening te treffen als ten aanzien van het rijkspersoneel in voorbereiding is met betrekking tot de uitkering-ineens over het eerste halfjaar 1955. Hieromtrent heeft de Minister van Binnenlandse Zaken ons college nadere mededelingen gedaan in zijn rondschrijven d.d. 7 April 1955, U no. 21535, Hoofdafdeling O.P.Z., afdeling A.Z., Bureau III (zie de bijlagen bij ons prae-advies d.d. 4 Mei 1955 volgno. 25b der agenda) (jt Ingevolge de artikelen 111, 114 en 183 van de Gemeentewet worden de jaarwedden van de secretaris, de ontvanger en de ambtenaren van de burgerlijke stand door Gedeputeerde Staten, nadat Uw College is gehoord, onder goedkeuring van de Kroon bepaald. Naar onze mening is er geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Wij hebben de eer U voor te stellen bovenbedoeld schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Burgemeester en Wethouders van Breda, C.Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris. Ligt ter visie in de raadzaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 503