GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
f
Volgno. 29 der agenda
Bijlagen 1955
no. 271
8 Juni 1955
II/7895
Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
Vraag
De Heer Kamphuijs zegt, dat de kruising
van de verlengde Oranjeboomstraat met
de rondweg bij avond niet te zien is en
verzoekt bij deze kruising verlichte
waarschuwingsborden te plaatsen.
De Heer Mol zegt, dat het uitzicht op de
,j*j f Claudius Prinsenbrug slecht is. Met een
lage auto ziet men het verkeer op de Wil-
helminasingel alleen door de spijlen van
de brug. Dit kan zeer gevaarlijk zijn
voor een autobestuurder die ter plaatse
niet bekend is. Volgens spreker is of de
brugleuning te hoog of het wegdek te laag.
Hij vraagt dit te willen bezien.
Subsidiering uitzending zwakke kinderen
paar klouterhuizon.
De Heer Nieuwlaat zegt, dat de voorge
stelde regeling organisatorisch gezien
een belangrijke verbetering inhoudt; er
is meer uniformiteit. Als men de oude en
He nieuwe regeling tegenover elkaar stelt
blijkt er een aanzienlijke verbetering te
Antwoord
Het betreft hier een kruising van de rijksweg
met de Graaf Engelbertlaan. Eventuele maatre
gelen moeten derhalve door de Rijkswaterstaat
worden genomen. Bij de Rijkswaterstaat zijn
thans plannen in voorbereiding om deze krui
sing geheel te herzien.
A.an Rijkswaterstaat is echter verzocht een
tijdelijke voorziening te treffen voorzover
het de verlichting aangaat.
Verlaging van de leuning zal de aesthetica van
de brug zeker niet ten goede komen. Verhoging
van het wegdek is technisch niet mogelijk. De
Commissaris van Politie is met de ontwerpers
van de brug van mening, dat het uitzicht - ook
door de leuning - zeer redelijk is, zodat ver
laging om verkeerstechnische redenen niet no
dig wordt geacht.
Tor plaatse geldt bovendien een voorrangs
kruising. Het verkeer, dat vanaf de Nassau-
singel de kruising oprijdt of afgaat, moet
voorrang verlenen aan het verkeer, dat vanaf
de Claudius Prinsenbrug of vanaf de Claudius
Prinsenlaan de kruising nadert.
Er was geen aanleiding om de Norbart-stichting
in het betreffende voorstel apart te vermelden,
omdat deze naar de letter van de geldende re
geling nu en voorheen ook aanspraak op subsi
die zou kunnen maken, met name voor de kinde
ren, waarvan men de uitzending verzorgt.
In casu draagt men echter de uitzendgevallen
over, o.a. aan het Huisvestingscomité, zodat