1953.
R.No:2:
GEMEENTE BREDA
Bijlagen 1955
no. 289
8 Juni 1955
V/10358
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
vaststellen van de vergoeding bedoeld in artikel
101bis der lager onderwijswet 1920 over het jaar
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
4 to
Krachtens het bepaalde in artikel 101bis van de lager onderwijswet 1920 vergoedt
de gemeente indien zij geen openbare scholen voor v.g.l.o. en u.l.o. in stand houdt,
aan de besturen van gelijksoortige bijzondere scholen de beloningen van aan die scho
len verbonden vakonderwijzers, tenzij Uw Raad van oordeel is, dat de kosten zonder
noodzaak zijn gemaakt of hoger zijn dan noodzakelijk is. In dat geval wordt de ver
goeding bij een met redenen omkleed besluit geheel of gedeeltelijk afgewezen.
Op grond, van het bepaalde in het 5e lid van genoemd artikel zijn door Uw Raad
aan de in het concept-besluit genoemde schoolbesturen voorschotten verleend, aange
zien er blijkens de in 1951 door de inspecteur van het lager onderwijs uitgebrachte
adviezen geen reden was aan te nemen, dat de kosten buiten noodzaak werden gemaakt
en/of dat het getal aan de vakleerkrachten opgedragen lesuren te hoog was.
De vakleerkrachten zijn bezoldigd overeenkomstig de normen, vastgesteld in de
door Uw Raad vastgestelde bezoldigingsregeling.
De op de vergoedingen betrekking hebbende salariskwitanties zijn door ons onder
zocht en accoord bevonden, weshalve wij U voorstellen over te gaan tot het vaststel
len van de vergoedingenbedoeld in artikel 101bis van de lager onderwijswet 1920 ten
behoeve van de op bijgaand concept-besluit vermelde scholen
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester.
Van Woensel secretaris.
Ligt ter visie in de wachtkamer.
Volgno. 12a der agenda