Bij volgno. 30 der agenda
-3-
Artikel 10.
1De commandant is belast met de leiding over de brandweer, zulks met inachtneming
van het opperbevei3;Vkn):®P Durgemeester ingevolge artikel 122 der Gemeentewet.
2. Bij ontstentenis, ongesteldheid of afwezigheid van de commandant wordt deze ver
vangen door do ondercommandant
3. Burgemeester ^n wethouders regelen de wijze van vervanging van de ondorcommandant
Artikel 11
Burgemeester en wethouders stellen ten behoeve van eon doeltreffende uitvoering van
de taak, als omschreven in artikel 1eerste lid, voor het personeel een schrifte
lijke instructie vast.
Artikel 12.
1Burgemeester cn wethouders treffen de nodige maatregelen, dat de paraatheid van
de brandweer te allen tijde verzekerd is.
2. Te dien einde dragen zij zorg, dat:
a. de gebouwen, het materieel, de bluswatervoorziening, de meldingsinrichting,
de alarmeringsinrichting, de kleding en de uitrustingsstukken in goede staat
verkeren;
b. het personeel zodanig wordt opgeleid en geoefend, dat het te allen tijde be
rekend is voor de uitoefening van de brandweertaak, als omschreven in artikel
1eerste lid;
c. hot rijdend materieel met toebehoren regelmatig aan beproeving cn controle
wordt onderworpen;
d. do meldingsinrichting cn do alarmeringsinrichting tenminste eenmaal por week
worden beproefd;
e. de brandkranen tenminste eenmaal por jaar worden gecontroleerd en dat, indien
waterwinplaatsen van een andere soort vereist zijn, deze tevens zoveel als
voor oon goede bluswatervoorziening nodig is, regelmatig worden gecontroleerd;
f. do ter beschikking van het personeel gestelde uitrukklcding en uitrustings
stukkon tenminste éénmaal por half jaar worden geïnspecteerd.
Slotbepalingen.
Artikel 13.
1Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Organisatie- en beheers-
verordening brandweer"
2. Zij treedt in werking op de derde dag na die, waarop bericht van goedkeuring dezer
verordening is ontvangen.