GEMEENTE BREDA
Volgno. 23 der agenda
Bijlagen 1955
no400
6 Juli 1955
1/9409
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijzi
ging van het besluit inzake de overdracht van de
bevoegdheid tot het verhuren van gemeente-eigen
dommen.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bij besluit van Uw College d.d. 15 Mei 1936, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
bij besluit van 3 Juni 1936, G.no. 234 werd aan ons onder meer gedelegeerd het uit
oefenen van de macht van Uw College bedoeld in art. 172 der gemeentewet: nl. het
verhuren, verpachten of op enige andere wijze in gebruik geven van gemeente-eigen
dommen, waarbij het bedrag van de huur enz. zonder bijkomende kosten de 500,-
per jaar niet overschrijdt.
Zoals U bekend is, zijn sedert genoemd jaar de huren van de oudere woningen be
langrijk gestegen. Bovendien zal in de toekomst nog een belangrijke huurverhoging
kunnen worden verwacht.
Deze factoren alsmede het feit, dat de groei van do stad leidt tot de aankoop
en de bouw van meerdere verhuurbare objecten, waarvan de huur meer dan/. 500,- per
jaar bedraagt, hebben ons College er toe genoopt, zich te bezinnen over de vraag,
of dit bedrag nog in overeenstemming is met do werkelijkheid. Wij achten zulks niet
het geval. Teneinde daarom te voorkomen:
a. dat Uw college herhaaldelijk zal moeten besluiten tot het verhuren van minder
belangrijke objecten;
b. dat voor elke verhuring de vrij omvangrijke weg van raads-voorstel en-bcsluit
moet worden bewandeld, stellen wij Uw College voor genoemd bedrag te wijzigen
1500,-, zulks overeenkomstig het ter visi^ gelegde ontwerpbesluit.
Uiteraard blijft de voorwaarde, genoemd in het oorspronkelijk besluit, dat wij
van het gebruik van deze bevoegdheid telkens in de eerstvolgende vergadering verslag
aan Uw College zullen doen onverminderd van kracht, terwijl ook de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten op elk verhuurbesluit ingevolge de bepaling in art. 228 der Ge
meentewet vereist blijft.
Burgemeester en Wethouders van Breda
C. Kortmann
burgemeester.
Van Woensel
secretaris.
I? No o