I
GEMEENTE BREDA
\AN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Volgno. 28 der agenda
Bijlagen 1955
no. 405
6 Juli 1955
Vl/12246
Schrijven van de Burgemeester betreffende een brief
van Gedeputeerde Staten dezer provincie inzake de
bezoldiging van de wethouders.
Blijkens hun schrijven van 2 Juni 1955. G. no. 16916, Ille Afdeling hebben Ge
deputeerde Staten van Woord Brabant een ontwerp-besluit vastgesteld tot wijziging van
het Bezoldigingsbesluit wethouders 1949. Hierbij is de bezoldiging herzien, terwijl
tevens de kindertoelage is verhoogd op 1 Januari 1954 en 1955 en met ingang van laatst
genoemde datum een tijdelijke kindertoeslag wordt toegekend.
Ingevolge artikel 100 van de Gemeentewet wordt de jaarwedde van de Wethouders door
Gedeputeerde Staten, nadat de Raad is gehoord, onder goedkeuring van de Kroon vastgesteld.
Vorenbedoeld, U ter voldoening aan voornoemd artikel toegezonden ontwerp-besluit,
geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.
Volgens het ontwerp-besluit zal van 1 Januari 1955 af de bezoldiging voor de wethou
ders in Breda worden 8.700,-.
Bij besluit van Gedeputeerde Staten van 21 Juli 1 954 is de bezoldiging van de Wet
houders dezer gemeente met ingang van 1 Januari 1954 vastgesteld op 7.900,-. Inge
volge Uw besluiten van 17 Februari 1954' en 16 Juni 1954 was aan genoemd college met aan
drang en onder aanvoering van argumenten verzocht de bezoldiging te bepalen op 8.600,-
per jaar, ingaande 1 Januari 1954 (zie bijlagen 1954, no. 295).
In de vergadering van 15 December j.l. besloot Uw Raad bij Gedeputeerde Staten de
wenselijkheid te bepleiten de bezoldiging van de wethouders bovendien te verhogen met
een percentage van tenminste 6yo in verband met de recente algemene verhoging van het
salaris- en loonpeil.
Voor de wethouders van alle naar inwonertal met Breda vergelijkbare gemeenten zijn
inmiddels wederom min of meer belangrijk hogere wedden vastgesteld, dan thans in het ont
werp-besluit voor Breda worden vermeld. Dit blijkt uit het volgend overzicht:
Gemeente Inwoners op Bezoldiging
51 Dec. 1954
Leiden 93.600 9.120,-
Hilversum 94.337 9.000,-
Apeldoorn 94.737 9.500,-
Breda 98.050 8.700,-
Ik heb de eer U voor te stellen aan Gedeputeerde Staten op grond hiervan te ver
zoeken, de bezoldiging van de wethouders van Breda met ingang van 1 Januari 1955 vast
ie stellen op 9.500,-.
De Burgemeester van Breda,
No2C.Kortmann.
0 Ligt ter visie in de wachtkamer.