GEMEENTE BREDA Volgno. 31 der agenda Bijlagen 1955 no. 40C^ 9 Juli 1955 V/12548 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aanvaarden van de vermindering ener op grond der financieringsregeling Woningbouw 1948 toegekende en aan de gemeente overgedragen rijksbijdrage. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Op grond van de raadsbesluiten van 28 September 1949 en 12 April 1950 is aan de heer B. Pekelder door de gemeente een hypothecaire lening verstrekt oorspronkelijk groot 14.289,- op het door hem gebouwde dubbele herenhuis Hertog Hendriklaan 19 en 21 De eredietverstrekking heeft plaats gehad in samenwerking met de N.V. Bouwkas "Rohyp" te Amsterdam,welke bouwkas, boven het eerder vermelde bedrag van 14.289,- op de woningen nog 7.348,30 heeft verstrekt. Door de wijziging van het uitbreidingsplan Brabantpark A zijn de eerder vermel de woningen niet meer juist ten opzichte van de weg georiënteerd. De achtergevel van de woning is thans voorgevel geworden, terwijl een van de ingangen van de weg af niet meer zichtbaar is. In verband hiermede wenst de heer Pekelder zijn twee woningen tot één woning samen te trekken hetgeen door enkele kleine wijzigingen - waarmede het welstandstoezicht accoord kan gaan - mogelijk is. Deze samentrekking der twee woningen tot een geheel heeft echter tot gevolg, dat de op grond der financieringsregeling woningbouw 1948 toegekende rijksbijdrage nage noeg zal worden gehalveerd. De voor de woningen toegekende rijksbijdrage is, tot zekerheid voor de betaling van rente en aflossing, aan de gemeente gecedeerd. De gemeente is dus rechthebbende op deze bijdrage en heeft dan ook te beslissen of,in verband met de hypothecaire vor- deringop de heer Pekelder, de lagere rijksbijdrage kan worden geaccepteerd. Daar door de samentrekking - met als gevolg bijdrage-verminaering - een belang rijke bepaling van Uw eerdervermelde besluiten wordt aangetast, is het aan Uw raad om te beslissen of dit al of niet aanvaardbaar is. Naar onze overtuiging behoeft de mindere zekerheid als gevolg van de verlaging der rijksbijdrage niet al te zwaar gerekend te worden. Het pand in kwestie dat in dertijd met inbegrip van de grondkosten ai -f, 6.500,- in totaal-/. 35»500,- heeft ge kost, was per 31 December j.l. in totaal nog met een hypothecaire schuld van ƒ.17.757, belast; hiervan was 13.918,- schuld aan de gemeente en 3.839,- aan de "Rchyp". Ook indien rekening wordt gehouden met de waardevermindering van het hier bespro ken pand door verloop van de gebruiksduur (10 fo afschrijving voor 5 jaar) dan nog kan gezegd worden, dat het met een schuld van - ƒ.17.750,-,zakelijk gezien, niet te boog belast is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 769