I
GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Volgno. 3a der agenda
Bijlagen 1955
no.415
10 Augustus 1955
s
1/4281
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststel
ling van het partieel uitbreidingsplan in hoofdzaken
"Boeimeer 1954".
Op 16 Januari 1952 heeft Uw College vastgesteld het partieel uitbreidingsplan in
hoofdzaken "Boeimeer 1951Dit plan is door Gedeputeerde Staten bij hun besluit d.d.
6 Augustus 1952, G.no. 27503 - H goedgekeurd. Gedeputeerde Staten hadden bij hun goed
keuring nog enige opmerkingen, waaraan zij verzochten tegemoet te komen.
In verband hiermede was het noodzakelijk het plan nogmaals te bezien.
Voor de oostelijke zijde van voormeld plan zijn inmiddels de uitbreidingsplannen
in onderdelen "Boeimeer 1951 N.O.", "3oeimeer 1952 Z.O." en "Boeimeer 1953 N.O." tot
stand gekomen.
Een ontwerp van het herzieningsplan, dat U thans ter vaststelling wordt aangeboden,
jk heeft gedurende de wettelijk voorgeschreven termijn vanaf 11 Mei 1954 ter visie gelegen
ter gemeente-secretarie.
Tegen het ontwerp zijn bezwaarschriften ingekomen van;
1. H.C.J.Oomen, mede namens de kinderen Oomen;
-• E.Bastiaansen;
A.A.J.Matthijsen;
4. de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat;
->• A.C.J., P.J.J, en C.A.J.Luyckx.
Ten aanzien van deze bezwaarschriften merken wij het volgende op;
ad 1
De kinderen Oomen zijn eigenaar van de percelen kadastraal bekend gemeente Breda
sectie E nos. 3392, 3391, 3393, 3394, 2699, 11, 124, 125, 148, 3689, 610, 609, 608, 607,
313, 2030 en 2701
Deze percelen hebben in het plan de bestemming voor wegaanleg, bebouwing, recreatie
en sportterreinen.
I