GEMEENTE BREDA
Bij volgno.11 der agenda
Verordening op de heffing van mafkigeld in
de gemeente Breda.
Artikel 1
Onder de naam van marktgeld wordt in deze gemeente een recht geheven voor het
hebben van staanplaatsen op voor de openbare dienst bestemde als marktterrein aan
gewezen plaatsen.
Artikel 2.
Het marktgeld bedraagt per dag of gedeelte van een dag voor kramen, tenten,
tafels en dergelijke inrichtingen, bestemd tot het uitstallen of verkopen van wa
ren, goederen en andere voorwerpen van handel 0.15 per M2 ingenomen marktruimte.
Voor zogenaamde standwerkers bedraagt het minimum marktgeld, indien hun uit
stalling niet meer dan 2 M2 beslaat 0.75
voor iedere M2 daarboven 0.15
voor manden Of soortgelijke voorwerpen met dieren, wanneer niet meer
dan 2 M2 in gebruik zijn genomen 0.45
voor elke M2 meer 0.15
voor een kar 11 0.60
voor een hand-, honden- of kruiwagen 0.30
Bij de berekening van het martkgeld wordt een gedeelte van een M2 voor een ge
hele gerekend.
Artikel 3.
Het marktgeld is verschuldigd door hem, die van een staanplaats, als bedoeld
in artikel 1gebruik maakt.
De betaling moet geschieden aan de marktmeester, aangewezen voor de inning van
het marktgeld bij of gedurende de inneming van de staanplaats.
Voor elke aan hem gedane betaling geeft de marktmeester een bewijs van ontvangst
af van een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen model.
Dit bewijs van ontvangst moet door belastingplichtige te allen tijde op eerste
aanvraag worden vertoond aan de marktmeester, de ambtenaren van politie, alsmede aan
de door Burgemeester en Wethouders voor de uitvoering van deze verordening aangewezen
ambtenaren.
Artikel 4.
De marktmeester draagt de door hem ontvangen marktgelden wekelijks af aan de
gemeente-ontvanger en wel op Maandag van de week, volgende op die, waarop deze gel
den zijn ontvangen, of zo dit niet mogelijk is, op de daarop volgende betaaldag.
Artikel 5.
Van hem, die nalaat het verschuldigd marktgeld te voldoen, wordt dit ingevor
derd overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 291 t/m 295 der gemeentewet, on
verminderd de bevoegdheid van de marktmeester om de nalatige de ingenomen staanplaats
te doen ontruimen.
Artikel 6,
Onjuist gebleken aanslagen worden door Burgemeester en Wethouders ambtshalve
gewijzigd of vernietigd.