Het verzorgingsniveau, dat met deze begroting bereikbaar is, ligt op gelijke
hoogte als dat wat met de begroting 1955 kon worden gerealiseerd.
Ondanks dat, sluit de begroting met een tekort van 782,334,-. Hierop kan
in mindering worden gebracht een bedrag van 370.000,- omdat besloten is het uit
keringspercentage Gemeentefonds te verhogen ter compensatie van de gevolgen van de
loons- en salarisverhogingen per 1 October 1954 en 1 Januari 1955, zodat een tekort
resteert van rond 410.000,-, waarvoor een subjectieve bijdrage uit het Gemeente
fonds zal moeten worden verkregen.
Gemeentefonds.
Bij de overheersende positie,die de inkomsten uit dit fonds voor de gemeente
betekenen en daarnaast de beperktheid van het eigen gemeentelijk belastinggebied,
zullen de gemeentebegrotingen nu en in de toekomst worden beheerst door de situatie
rond dit fonds. Gegeven de huidige wettelijke voorzieningen op dit punt betekent
dit voor Breda naar ons inzicht dat elk jaar opnieuw een subjectieve verhoging der
uitkering zal moeten worden gevraagd. Voor het jaar 1956 en ook voor volgende jaren
zal hiervan een der oorzaken zijn de stijgende last der onrendabele investeringen,
die Breda noodzakelijk moet doen om de ontwikkeling die Breda sedert de grenswijzi
ging 1942 heeft meegemaakt,op te vangen. De outillage op het gebied van gebouwen
voor de openbare dienst,voor het culturele en sociale leven, alsmede die op het ge
bied van wegen en rioleringen, alle tot stand gekomen in een tijd, dat de gemeente
minder of belangrijk minder dan 50.000 inwoners telde,is totaal onvoldoende voor
een stad van 100.000 inwoners. De investeringen, die moeten worden gedaan om dit
tekort op te vangen moeten geschieden in een tijd, die een kostenniveau kent van
het 3, 4- of meervoudige van voordien.
Daarnaast zal het Gemeentefonds op objectieve wijze moeten voorzien in stij
gende lasten tengevolge van de nog steeds doorgaande waardedaling van het geld en
los daarvan staande loons- en prijsstijgingen, inbegrepen de verhoging der lasten,
voortvloeiende uit vervangingsinvesteringen.
Rente en afschrijving.
Wegens rente en afschrijving is voor 1956 534.312,- meer geraamd dan in
1955 (zie de raming op volgnummer 848, onderdeel B). Blijkens de raming op volg
nummer 601, onderdeel B wordt hiervan 254.855,- terugontvangen van de bedrijven,
zodat de meerdere kapitaalslasten voor de algemene dienst 269.457,- bedragen,
waarvan^/. 250.000,- geacht moet worden geldelijk voor de gemeentekas niet renda
bel te zijn. Voorts zijn nog als geldelijk onrendabele stijgingen van investerings-
lasten te vermelden - 80.000,- voor het Vervoerbedrijf - 17.000,- voor de
straatverlichting. De totale stijging der geldelijk niet-rendabele investerings-
lasten is dan ook te stellen op i 350.000,-. Bij handhaving van het bestaande
verzorgingsniveau op andere gebieden, zullen hiervoor nieuwe inkomsten moeten wor
den gevonden. Zoals hierboven onder "Gemeentefonds" is gesteld, zal deze stijging
in de komende jaren nog toenemen.
Pri .i s s ti .1 gingen
De directe en indirecte gevolgen der loons- en salarisverhogingen van 1 October
1954 en 1 Januari 1955 worden slechts gedeeltelijk opgevangen door een objectieve
verhoging der uitkering uit het gemeentefonds. Het andere deel, dat mede oorzaak is
van het begrotingstekort van 410.000,- zal naar onze mening door subjectieve ver
hoging der genoemde uitkering moeten worden gedekt.
Vergelijking met voorgaande jaren.
Wij voegen hierachter toe oen "vergelijking tussen de inkomsten en uitgaven
van de dienst 1955 en 1956" alsmede een "vergelijking tussen de batige en nadelige
saldi van de dienst 1955 en 1956"
Ter toelichting zij bij de verschillende hoofdstukken het volgende aangete:
kend: