-5- Hoofdstuk VIII 11 en 12. Het subsidie aan de bijzondere kleuterscholen is 25.000,- lager geraamd, om dat de geraamde vergoeding per leerling is verlaagd van 60,- tot 50,-. De stijging van het nadelig saldo op 12 is voornamelijk veroorzaakt door de hogere kapitaalslasten (590) als gevolg van de bouw en inrichting van gymnastiek lokalen. Hoofdstuk VIII v 15 en 14. De totale uitgaven zijn ruim 35.000,- hoger, hetgeen veroorzaakt wordt door een hogere bijdrage in de kosten der R.H.B.S. van 4.000,-, hogere jaarwedden van directeur en leraren der 'Handelsavondschool (600a) van 22.900,- en een hoger subsidie ■.an hot O.b.Vr. Lyc 'nn (604) van 8.400,-. Tegenover de hogere kosten der handels avondschool staat een hogere rijksbijdrage (385). De jaarwedden van rector en leraren van het gymnasium 610) zijn ruim ƒ.20.000,- hoger, terwijl de overige uitgaven voor het gymnasium eveneens hoger zijn geraamd. In de meerdere kosten wordt geen rijkssubsidie ontvangen. Doordat ook de schoolgel den lager zijn geraamd in verband met de verlaging van het maximum schoolgeld van 600,- tot 200,- is het nadelig saldo voor het hoger onderwijs ruim 37.000,t hoger. Hoofdstuk VIII 15. De meeste uitgaven op deze paragraaf zijn hoger geraamd. Naast de verhoging der salarissen en prijsstijgingen is dit een gevolg van de regelmatige uitbreiding van het nijverheidsonderwijs. In de kosten van het openbaar nijverheidsonderwijs wordt een rijksbijdrage ontvangen van 70 a/o of' 75 zodat de ramingen onder de inkomsten wegens subsidie van het rijk (421 en 425) ook hoger konden worden geraamd. Voor het, bijzonder nijverheidsonderwijs komt 25 of 30 ten laste der gemeente (626 en 634). De uitgaven zijn ruim 131.000,- hoger, terwijl de inkomsten ruim 62.000,- hoger konden worden geraamd. Hoofdstuk VIII 3 16. Ten laste van deze paragraaf zijn subsidies gebracht, waartoe Uw Raad reeds eerder besloot en welke bij de eerste wijziging en enkele latere wijzigingen aan de begroting 1955 werden toegevoegd. Andere bestaande subsidies werden reeds eerder verhoogd, zodat zij thans tot de nieuwe bedragen op de begroting zijn uitgetrokken. Dit betreffen o.a. de navolgende subsidies met de daarachter vermelde verhogingen of nieuw uitgetrokken bedragen; 656 Leesbibliotheken 7.500,- 662 Cultureel Centrum It 115.000,- 664 Algemene Zang- en Muziekschool II 2.000,- Muzi ekgez alschappen If 2.400,- Volksmuziekschool tl 2.400,- 686 Restauratiecommissie Grote Kerk II 8.880,- 692 Sportstichting II 2.500,- 702 Brabants Orkest II 2.400,- 708A Bijzondere culturele doeleinden II 15.000,- 7083 Federatie Bred, Zangverenigingen II 1.400,- Bovendien moesten enkele andere uitgaven hoger worden geraamd, zoals uitgaven voor volksfeesten (658) met 5.000,-, onderhoud kinderspeelplaatsen (660) met - 2.000,-, terwijl de kapitaalslasten in verband met de buitengewone werken, als aanleg van sportcomplexen, restauratie van de Grote Toren, aankoop in verband met het cultureel centrum, ruim 50.000,- hoger zijn geraamd. Tegenover deze uitgaven staan hogere inkomsten wegens huur van terreinen door da Sportstichting (445) ad 7.838,- en inkomsten terzake van het Cultureel Centrum (453) ad 6c250,-,,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 890