GEMEENTE BREDA Bij volgno. 5a der agenda De Raad der gemeente Breda; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 September 1955, Bijlagen 1955,no. 477; Overwegende, dat bij zijn besluit van 30 Juni 1922, gewijzigd bij besluit van 27 October 1922, aan de Algemene Woningbouwvereniging voor Breda e.o.,alhier, voor de stichtingskosten van het complex 30 woningen aan de Van Vlietstraat te Breda, grond- en bouwvoorschotten, alsmede exploitatiebijdragen ingevolge de Woningwet zijn toegekend; dat bij beschikking van de toenmalige Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid en van de Minister van Financiën d.d. 16 April 1923, nr 2M"^/V,2892 aan de ge meente voor het onderhavige doel rijksvoorschotten en bijdragen ten belope van 75f° der tekorten zijn toegekend; dat de bovenvermelde Bouwvereniging voornemens is het complex 30 woningen Van Vlietstraat te doen aansluiten op de nieuwe riolering in deze straat; dat de kosten van de hiermede gepaard gaande werkzaamheden, nader omschreven in het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zijn begroot op 6170,-, tot welk bedrag de vereniging financiering door de gemeente heeft verzocht; Gelet op de bepalingen der Woningwet en haar uitvoeringsvoorschriften; Besluit: I. aan de .algemene Woningbouwvereniging voor Breda e.o. alhier, voor de kosten van aansluiting van het complex 30 woningen aan de Van Vlietstraat op de nieuwe rio lering ter plaatse, toe te kennen: a. een aanvullend bouwvoorschot ten bedrage van maximaal 6170,-, zulks onder dezelfde voorwaarden als bij de raadsbesluiten van 30 Juni 1922 en 27 October 1922 ten aanzien van de voor dit complex verleend grond- en bouwvoorschotten zijn gesteld, met dien verstande evenwel, dat de betaling van rente en aflos sing van dit voorschot behoort te geschieden in gelijke jaarlijkse annuïteiten, gedurende een periode gelijk aan de restant-looptijd van het oorspronkelijk bouwvoorschot, zijnde tot 11 Februari 1976, en berekend naar een rente, welke de gemeente nu of later voor het door haar voor dit doel op te nemen rijksvoor schot of geldlening verschuldigd zal zijn; b. een jaarlijkse bijdrage tot dekking van de netto ten laste van de Bouwvereniging blijvende rente en aflossing van het voorschot, zulks onder voorwaarde, dat hiervan 75zal worden bijgedragen door het Rijk;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 904