a
GEMEENTE BREDA
i
Volgno. 6 der agenda
Bijlagen 1955
no. 479
7 September 1955
1/12457
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om een
huurcommissie in te stellen.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bij Koninklijk Besluit van 23 Augustus 1955 no. 17 (Staatscourant 1955 no. 165)
is o.m. de gemeente Breda aangewezen als gemeente waar een zgn, huurcommissie zal
moeten beslissen op verzoeken (zie art. 8 - nieuw - van de Huurwet: Stbl. 374) dat
een woning als gevolg van verwaarlozing, welke aan de verhuurder is te wijten, ken
nelijk niet voldoet aan de eisen, die daaraan in verband met instandhouding en be
woonbaarheid redelijkerwijze kunnen worden gesteld en dat op grond daarvan gedurende
het tijdvak dat de woning in die toestand verkeert, de huurprijs niet met 5 ten hon
derd wordt vermeerderd.
Ingevolge het bepaalde in art. 2 van de Algemene Maatregel van Bestuur van 23
Augustus 1955» Stbl. 379, jo. de circulaire van de Minister van Wederopbouw en
Volkshuisvesting van 29 Augustus 1955, no. M.G. 55-23/HI-18/III-7, moet voor de
gemeente Breda binnen 6 weken na 30 Augustus een huurcommissie worden ingesteld. In
verband hiermede wijzen wij U met name op de artikelen 3, 4, 6, 7, 8 en 9 van de
genoemde Algemene Maatregel van Bestuur, welko met de overige ter zake dienende
stukken voor U ter inzage ligt.
Wij stellen U voor te besluiten tot het instellen van een huurcommissie, waar
toe wij voor U een concept-besluit ter inzage hebben gelegd. Hetgeen daarin onder
II en III is opgenomen strekt tot uitvoering van het bepaalde in respectievelijk
de artikelen 3 en 7 van de genoemde Algemene Maatregel van Bestuur.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester.
Van Voensel
secretaris.
;R.No::