Volgnr 2p der agenda
-2-
Mej. Koppelaar zegt, dat zij er reeds
enige jaren op aangedrongen heeft om
een verlichting en een bestrating aan
te brengen in het pad,dat de Schelde-
straat met de Oranjeboomstraat verbindt.
Voorts vraagt spreekster om het door
haar bedoelde pad te bestraten met de
vrijkomende "kinderhoofdjes" van de
Prins Hendrikstraat en de Dillenburg
straat.
Het onderhavige pad is bestemd voor bebouwing
Voorzieningen, als voorgesteld, moeten van
wege het tijdelijk karakter te duur worden
geacht.
De Heer Brinkerhof zegt, dat er in deze
gemeente nog verschillende straten zijn
waarvan de bestrating uit z.g. "kinder
hoofdjes" bestaat. Heel slecht is de
toestand van de Prins Hendrikstraat en
de Dillenburgstraat. Hij verzoekt in de
betrokken straten langs beide kanten
klinkerpaden aan te leggen van 7b1 cm.
breedte. Met deze maatregel zouden de
wielrijders ten zeerste gebaat zijn.
De Heer Wezenbeek zegt, dat aan de rech
terkant, wanneer men komt uit de Water
straat, een schutting staat, welke alle
uitzicht belemmert. Spreker zou het op
prijs stellen, als hieraan iets kon wor
den gedaan.
De Heer van Bijnen zegt, dat het drink
water in de Kwekerijstraat slecht is.
Hij weet niet of de betrokken percelen
tot het Bredase voorzieningsgebied be
horen; gaarne zal hij vernemen of ter
plaatse verbetering mogelijk is.
De bestrating van de Prins Hendrikstraat en
de Dillenburgstraat zal binnenkort worden
verbeterd.
ueJ» t'Sas zegt: Over de functionele in
deling van nog te bouwen of in aanbouw
zijnde woningwetwoningen is mijnerzijds
nan Openbare Werken een aantal wensen
en vragen kenbaar gemaakt, die deels ver
wezenlijkt, maar ook deels niet vervuld
onden worden wegens bezwaren van finan
ciële aard. Vanmorgen las ik echter in
'e courunt dat de Minister van Wederop-
Door het op korte termijn verplaatsen van de
schutting, zodat de hoek Waterstraat - Marken
daalseweg zal worden afgeschuind, zal de be
lemmering van het uitzicht worden verminderd.
Het onderhavige deel der Kwekerijstraat be
hoort tot het voorzieningsgebied der N.W.
Brabantse Waterleiding Maatschappij en is op
genomen in het plan tot voorziening der on
rendabele gebieden, waarvoor de raad destijds
een crediet ad 90.000.- heeft beschikbaar
gesteld.
De behandeling dezer aangelegenheid is ver
traagd door het voorstel van Ged. Staten om
tot dekking der kosten een baatbelasting te
heffen. Dit voorstel is door de raad op ons
advies afgewezen.
Wij vertrouwen, dat binnen afzienbare tijd de
nodige medewerking van Ged. Staten wel zal
worden verkregen, zodat de uitvoering van het
onderhavige plan ter hand kan worden genomen.
Wij zijn eveneens de mening toegedaan, dat
verbetering van woningen de voorkeur verdient
boven huurverlaging en dat voor niet-uitge-
klede woningen, waar dus niet direct nog
voorzieningen nodig zijn, de huurverlaging
beter zou kunnen worden verwerkt bij de eerst
komende huurverhoging. Er zou dan enige com
pensatie mogelijk zijn.
Opgemerkt zij echter, dat de draagwijdte van