—29—
HOOFDSTUK VIII OUDERWIJS
Algemeen
De beantwoording van de gevraagde inlichtingen omtrent de planning voor 1957
van de bouw van lagere en kleuterscholen en gymnastieklokalen, kan als volgt
worden samengevat;
De voortgang in de bouw van deze objecten ondervindt nog steeds moeilijkhe
den in verband met de beperking van het bouwvolume.
De situatie t.a.v. de bouw van lagere en u.l.o.-scholen echter, kan voor Breda, in
vergelijking met de huisvesting dezer scholen in andere grote gemeenten van Brabant,
zeer bevredigend worden genoemd.
Aangezien voor de bouw van nieuwe scholen ter vervanging van bestaande school
gebouwen, slechts in uiterste noodzaak urgentie wordt verleend, is de planning van
lagere en kleuterscholen allereerst gericht op de bouw van deze scholen in de nieuwe
woonwijken en wordt met alle ten dienste staande middelen getracht met deze bouw
niet achter de bouw van nieuwe woningen aan te komen. Zo zijn voor de bouw van la
gere scholen in het Brabantpark waarvoor urgentie is verleend, de plannen reeds in
een vergevorderd stadium van voorbereiding.
Ten aanzien van de te verwachten urgentie voor de bouw van kleuterscholen en
gym-nastieklokalen voor 1957 bestaat momenteel nog generlei zekerheid, In de Me
morie van toelichting op de rijksonderwijsbegroting voor 1957 deelt de Minister mede,
dat voor het jaar 1957 de bouwT van gymnastieklokalen en kleuterscholen slechts in
beperkte mate kan plaats hebben.
Ter zake heeft regelmatig overleg plaats met de betrokken rijksinspecteurs en
deze aangelegenheid heeft ook al enkele malen in de onderwijscommissie een punt van
bespreking uitgemaakt. Deze commissie zal van de gang van zaken op de hoogte worden
gehouden.
De veronderstelling, dat van do vergaderingen der onderwijscommissie geen no
tulen worden gemaakt, is in haar algemeenheid niet juist. Van de besprekingen wordt
nl. steeds een verslag gemaakt, zij het ook dat dit uiteraard moet geschieden in de
vorm van een beknopte vermelding van de hoofdzaken dier besprekingen.
Van het verslag kan desgewenst door de leden van de commissie inzage worden
genomen bij de secretaris der commissie.
2. OPENBAAR GEWOON LAGER ONDERWIJS.
Uitgaven
Volgno. 558.
Het verbruik van gas, water en stroom voor de school Boschstraat is naar ver
houding niet hoger dan dat voor de andere genoemde scholen.
De raming van post 358, 2b. van de begroting van openbare werken omvat evenwel
niet alleen de uitgaven voor gas-, water- en stroomverbruik, doch ook die voor ver
warming.- Deze laatste uitgaven lopen voor de genoemde scholen wel uiteen.
Reden daarvan is, dat de
centrale verwarmingsinstallatie van do school Boschstraat met cokes gestookt wordt,
terwijl de andere scholen een oliestookinrichting of gasverwarmingsinstallatie hebben.
De uitgaven voor verwarming van de school Boschstraat zijn relatief hoger dan
van de andere genoemde scholen, deels door hogere uitgaven voor de brandstof, deels
door de aan een cokes-installatie verbonden uitgaven voor bedienend personeel.
Volgno. 560.
Van de schoolbibliotheken op de openbare lagere scholen wordt een regelmatig en
druk gebruik gemaakt. De jaarlijks voor deze bibliotheken op advies van de school
hoofden uitgetrokken bedragen worden voldoende geacht voor vervanging van versle
ten boeken en om de bibliotheken op peil te houden.