GEMEENTE BREDA
Bijlagen 1956
no. 624
5 december 1956
Vl/22310/22314
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
benoeming van onige leraren in tijdelijke dienst
aan de Gemeentelijke Technische School.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Met ingang van 15 november 1956 is aan de Gemeentelijke Technische School in
gevoerd de "part-time"opleiding adspirant V.E.V. voor het P.T.T.-personeel, waar
voor een leraar Algemeen Vormend Onderwijs moet worden benoemd.
Ook is er aan genoemde school een vacature in de lessen R.K.Godsdienstonderwijs
door het ontslag van de Weleerwaarde Heer P.Theeuwes.
Geschikte leraren zijn gevonden in de heer W.J.H.Claes, resp. de Weleerwaarde
Heer B.J.A.Kortmsnn.
Eerstgenoemde is niet volledig bevoegd. Hij is reeds als leraar aan de Gemeente
lijke Technische Avondschool verbonden.
Wij hebben de eer hen, overeenkomstig het voorstel van de Directeur, waarin
tevens het advies van de Commissie voor het Nijverheidsonderwijs is vervat, voor
benoeming in tijdelijke dienst voor te drageh en wel met ingang van 15 november
1956 resp. 1 december 1956, uiterlijk voor de duur van het op 31 juli 1957 eindigen
de cursusjaar.
Aan de benoemingen wanen ingevolge de Nijverheidsonderwijswet en het Rechts
positiebesluit N.C. 1935, de volgende voorwaarden te verbinden;
1dat aan de benoemden een getal lesuren kan worden opgedragen als in verband
met de belangen van het onderwijs zal blijken nodig te zijn en
2. dat de voordrachten door de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
worden, goedgekeurd.
De verkregen inlichtingen, het advies van de Directeur en de minuten van de ter
goedkeuring ingezonden voordrachten liggen voor U ter visie in de raadzaal.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C.Kortmann burgemeester.
Van Woensel secretaris.
Krachtens artikel 23, leden 1 en 2 van de Nijverheidsonderwijswet worden de leraren
der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de Gemeenteraad uit een voordracht
van benoembaren, welke is opgemaakt door Burgemeester en Wethouders, nadat do Direc
teur, wiens advies wordt overgelegd, is gehoord. De voordracht behoeft de goedkeu
ring van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Voorts is in artikel 8, lid 1 van de verordening, regelende de samenstelling en de
werkkring der commissie van toezicht op de gemeentelijke nijverheidsscholen (gemeente
blad no.39l), bepaald, dat de Commissie voor het Nijverheidsonderwijs de Raad en
Burgemeester en Wethouders van bericht en advies dient omtrent alles wat met het nij
verheidsonderwijs in verband staat,