GEMEENTE BREDA Volgno. 26 der agenda Bijlagen 1956 no642 5 december 1956 V/21754 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de geldleningsovereenkomst met de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg, alhier. In Uw vergadering' van 11/12 april 1951 besloot Uw College tot het aangaan van geldlening, met de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg, alhier. Volgens deze overeenkomst, welke door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij hun besluit van 16 mei 1951, G.no.8279, is goedgekeurd, heeft genoemde instel ling zich verbonden alle bij haar vrijkomende, voor belegging bestemde, middelen aan de gemeente uit te lenen. De rentevergoeding werd bepaald op 5per jaar, zijnde het toentertijd maxi maal toegestane rentepercentage voor leningen met een gemiddelde looptijd van meer dan 15 jaar. Volgens punt 7 van de overeenkomst kan de rente op verzoek van een der partijen worden gewijzigd. Bij Uw besluit van 17 augustus 1951 werd de rentevergoeding bepaald op A°/°, ter wijl dit percentage op 14 april 1954 weer werd teruggebracht tot 5§'. Volgens het door de Minister van Binnenlandse Zaken bij circulaire van 4 juni 1956 vastgestelde rentegamma is de rente van geldleningen met een gemiddelde loop tijd van 15 tot 20 jaar vastgesteld op 4 1 per jaar. Wij stellen U mitsdien voor tot wijziging van het in de overeenkomst van geld lening met de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg genoemde renteper centage, over te gaan, door vaststelling van het ter visie gelegde ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Breda, C.Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. R.No:2: Ligt ter visie in de raadzaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 1081