I m
Volgno. 5b der agenda
V
De vrijstellingsmogelijkheden werden enigermate uitgebreid en meer concreet
omschreven waarvoor wij zonder nadere toelichting menen te mogen verwijzen naar
artikel 7 van de bijgevoegde ontwerpverordening.
Tenslotte hebben wij overwogen of en in hoeverre bolastingfaciliteiten moesten
worden verleend voor vermakelijkheden niet beroeps- of gewinshalve door plaatse
lijke verenigingen.
Nu reeds een belangrijke belastingverlaging is voorgesteld voor culturele ui
tingen in het algemeen, zou een verdergaande verlaging vcor plaatselijke vereni
gingen het tarief hiervoor tot 0 terugbrengen. Dit is in verband met de grondslag
van de onderwerpelijke heffing minder juist, immers, er blijft pen overwegend ver-
maakselement aanwezig.
Volgens de huidige verordening worden echter ook de cc ntribuiaes van vereni
gingen, die het geven van vermakelijkheden ten doel of mede ten doel hebben, be
last. In de praktijk is gebleken dat dit in bepaalde gevallen tot onbillijkheden
aanleiding geeft
Indien een tegemoetkoming aan plaatselijke verenigingen wordt voorgestaan, dan
komt belastingvrijstelling van de contributies daarvoor in de eerste plaats in aan
merking. De contributies zijn te beschouwen als een vaste bijdrage waarto^ ingeze
tenen, als werkend lid, lid of donateur, bereid zijn gevonden om in verenigingsver
band aan de opbouw van de plaatselijke culturele- en ontspanningsactiviteiten mede
te werken of deze mogelijk te maken. Hierin ligt een motief tot begunstiging, door
de contributies niet als (vooruitbetaald) toegangsgeld te belasten.
Afschaffing van deze heffing, welke op vele moeilijkheden stuit, zal een min
dere belastingopbrengst van ongeveer 5000,- per jaar betekenen.
In de nieuw ontworpen verordening is de heffing naar de contributies nog
slechts opgenomen - zulks ter voorkoming van ontduiking doordat toegangsgeld in de
vorm van contributie wordt betaald - indien en voor zover:
1deze contributies voor het bezoeken van of het deelnemen aan een of meer aan
belasting onderworpen vermakelijkheden worden betaald, zonder dat daaraan ech
ter dezelfde rechten worden verbonden als aan een gewoon lidmaat- of donateur
schap;
2. deze contributies betrekking hebben op leden, donateurs of begunstigers van ver
enigingen, welke uitsluitend of nagenoeg uitsluitend dansvermaak brengen.
Het belastingminimum voor verenigingen - voor zover geen vrijstelling kan gel
den - is overigens door toevoeging van een nieuwe bepaling (artikel 4, sub 1 onder
b) thans gelijk gesteld aan het cppervlaktetariefHierdoor wordt voorkomen, dat,
om de oppervlaktebelasting te ontgaan, een abnormaal laag (fictief) toegangsgeld
wordt gesteld.
Ten aanzien van de financiële gevolgen voor de gemeente zal met een lagere be
lastingopbrengst van ongeveer 25.0C0,- moeten worden gerekend. Hoewel voor ver
schillende onderdelen een belangrijke tariefsverlaging is voorgesteld, daarnaast
de contributiebelasting zou komen to vervallen en de vrijstellingen worden uitge
breid, zal de teruggang in de ontvangsten toch beperkt blijven tot rond 10$> van
de huidige opbrengst. Dit komt wel voornamelijk doordat de belastingverlaging niet
in de toegangsprijzen (belasting inbegrepen) tot uitdrukking zal worden gebracht
en de belastbare bruto-opbrengst daardoor hoger komt te liggen.
De vermindering der belastingopbrengst zal door verhoging van andere inkom
sten of verlaging van uitgaven moeten worden gecompehseerd. Mocht hiertoe geen
mogelijkheid bestaan en het een verlaging betreffen die geboden is - onzes in
ziens past in het overheidsbeleid dat thans wordt overgegaan tot de voorgestelde
verlaging der vermalcelijkheidsbelasting - dan zal, volgens de in de aanhef bedoel
de ministeriële circulaire, hiermede in het kader van het geheel der maatregelen
in verband net de financiële positie der gemeente rekening worden gehouden.
Wij hebben de eer U voor te stellen de hierbij gevoegde ontwerp verordening
conform vast te stellen.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C.Kortmaan
Van Woensel
burgemeester.
secretaris.
Ligt ter visie in de raadzaal