c Volgnc. 32b der agenda -2- Geraamd wordt, dat de niet rendabele salarisverhogingen, met inbegrip van de hogere sociale voorzieningen, 300.000,- zullen bedragen, waarvoor een stelpost op hoofdstuk XIII 1 is op te nemen. In de tweede plaats moet een herziening plaats hebben van de compensatie voor de afschaffing d.er schoolgelden. Op de oorspronkelijke begroting waren hier voor op de volgnummers 227, 307 en 347 rijksbijdragen geraamd van respectievelijk 1500,-, 90.000,- en 29.000,-. Bij de Schoolgeldwet werd echter het basisbe drag der belasting-uitkering uit het gemeentefonds zodanig gewijzigd, dat geacht moet worden volledige compensatie te zijn verkregen voor het verlies aan opbrengst door afschaffing der schoolgelden. Het bedoelde basis-bedrag werd hierdoor gebracht van 14,59 op 17,10. Het oorspronkelijk geraamde tekort van 3.124.706,- moet mitsdien worden verhoogd met 300.000,- wegens verhoogde salarissen en lonen en met 120.500,- wegens het vervallen van de geraamde compensatie der schoolgelden, zodat het te dekken tekort bedraagt 3.545.206,- Dit tekort kan worden gedekt door hogere ramingen van de navolgende in komsten: volgnr 47 rijksbijdrage politiekosten 158.000,- 135 leges van bouwergunningen 5.000,- 513 winst van het electriciteitsbedrijf 172.000,- 515 winst van het gasbedrijf 28.000,- 557 algemene uitkering 2.61 2.763,- 559 belasting-uitkering 578.057.- 3.553.820,- Met de verhoging van volgnummer 147, ad 158.000,-, zijn de inkomsten en uitgaven der politie gelijk. Als gevolg van de verhoging der normen ingevolge het Besluit vergoeding politiekosten zal deze hogere bijdrage verkregen worden. De leges voor bouwergunningen blijken een zodanig bedrag op te brengen, dat de raming met 5.000,- kan worden verhoogd. Blijkens de voorlopige uitkomsten van het elektriciteits- en het gasbedrijf over de eerste drie kwartalen zullen de winsten dezer bedrijven naar raming respec tievelijk 172.000,- en 28.000,- hoger zijn dan aanvankelijk was geraamd en waar mede een normale winst uit deze bedrijven voortvloeit. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is te ramen als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 130