Volgno; 3o der agenda -4- Vraag: De heer Lossez heeft indertijd gewezen op de slechte verlichting van de Sluis singel on de Sluisstraat. Er is inder daad verbetering aangebracht, doch een drietal steegjes in deze buurt is nog niet van verlichting voorzien, hetgeen erg vervelend is voor de bewoners, temeer daar deze steegjes evenmin bestraat zijn. Spreker vraagt of het mogelijk is elk der steegjes van een lichtpunt te voor zien Mejuffrouw t'Sas wijst erop dat de over steekplaats aan de hoek van de Prins Hendrikstraat te dicht bij de bocht ligt. Het is aanbevelenswaardig deze oversteekplaats te verleggen meer in de richting van de Prins Hendrikstraat. Antwoord: De betrokken steegjes zijn geen openbare weg, doch in eigendom en onderhoud van particu lieren. De verlichting hiervan behoort dan ook niet tot de taak van de gemeente. In 1950 hebben wij op de desbetreffende eige naren een beroep gedaan om maatregelen te treffen tot het verlichten dezer steegjes. Slechts een der betrokkenen reageerde - met een afwijzend standpunt. Aangezien wij van verdere aandrang geen re sultaat meer verwachten hebbc-n wij gemesnd geen stappen in dezen meer te moeten doen. De oversteekplaats voor voetgangers in de Prins Hendrikstraat is slechts minder goed zichtbaar voor het verkeer, dat van het zuidelijke gedeelte van de Ginnekenweg (gedeelte Ginnekenweg tussen Oranjeplein en Ginnekenmarktnaar rechts terug de Prins Hendrikstraat inrijdt. Dit verkeer is slechts gering. Wil men de toestand zodanig verbo teren, dat dit verkeer een goed uitzicht op deze oversteekplaats krijgt, dan moet de oversteekplaats ca 10 meter verder de Prins Hendrikstraat in worden verlegd. Dt omweg wordt dan voor de voetgangers wel erg groot. Dit is nu reeds het geval. Klachten omtrent deze oversteekplaats hebben ons nog niet bereikt. Het verleggen van de over steekplaats achten wij niet nodig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 145