GEMEENTE BREDA Volgno. 7A der agenda Bijlagen 1956 no. 74 8 februari 1956 V/1152 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het be schikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de uitvoering van rioleringswerken in de omgeving van de Haven en de Prinsenkade. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bij besluiten van Uw Raad d.d. 29 oktober 1952 en 11 maart 1953 werden voor de uitvoering van rioleringswerken in de omgeving van de Haven en de Prinsenkade kre dieten beschikbaar gesteld tot een totaal bedrag van 576.000,-. Het werk is thans voltooid en nu alle kosten bekend zijn blijkt, dat de totale uitgaven hebben bedragen 671.791,16, zodat het beschikbare krediet met ƒ.95.791,16 werd overschreden. Een overzicht van de overschrijding, gesplitst naar de onderdelen van de aanvan kelijke raming, voegen wij hierbij. Voorts is ter visie gelegd een overzicht, opgemaakt door het Stedebouwkundig Advies- en Ingenieursbureau Irs Witteveen en Bos c.i. te Deventer, waaruit blijkt in hoeverre en door welke oorzaken het bedrag der aannemingssom wegens meerderwerk (i) en bijwerk (li) werd overschreden. De deswege hogere ramingen ad 18.802,28 (i) en 50.083,07 (li) zijn nog te verhogen met 3.716,14 wegens diverse onvoorziene, kosten. In totaal wordt dit derhalve 72.601,49, welk bedrag sub a is genoemd. Als gevolg van de grotere omvang der werken moest door de directie meer materi aal geleverd worden tot een bedrag van 1.337,15 (sub b). De meerdere kosten van het rioolgemaal zijn gemotiveerd onder III in het over zicht van de heren Witteveen en Bos. Een geringe afwijking met de sub c genoemde over schrijding ad 11.032,55 is te verklaren uit het feit, dat thans meer exacte ge gevens beschikbaar zijn dan toen het overzicht werd samengesteld. De raming wegens het verleggen van diverse leidingen voor de Lichtbedrijven is met 4.681,18 overschreden; een nauwkeurige raming was niet mogelijk, omdat eerst tijdens de uitvoering van het werk precies was vast te stellen welke verleggingen noodzakelijk waren. Als gevolg van de grotere omvang der onderhavige werken is ook de raming voor honorarium, toezicht en opslag voor algemene onkosten overschreden. De bouw van het rioolgemaal aan de Markendaalseweg maakte het voorts noodzakelijk, dat de daar ge plaatste consumptietent moest worden verplaatst; in de begroting van het werk is daarvoor geen post uitgetrokken, zodat de raming met de daarvoor gemaakte kosten moet worden verhoogd. Wij mogen U voorstellen het nodige aanvullende krediet beschikbaar te stellen door vaststelling van de 31e wijziging der begroting 1956, waarvan het concept in de leeskamer ter visie ligt. RNo2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 156