- Bij volgno. 5h der agenda wel voor het nog resterende gedeelte van een verenigingsjaar. 4. Niet tot de onzuivere opbrengst der toegangsgelden wordt gerekend: a. het bedrag der in de toegangsgelden begrepen betaling voor ver tering, mits dit op de toegangskaarten duidelijk is vermeld en tot de gebruikelijke prijs der te verstrekken consumptie in ver gelijkbare gelegenheden; b. een bedrag van ten hoogste ƒ.0,20 per persoon of per plaats voor garderobe of niet verplichte plaatsbespreking. Niet verplichte plaatsbespreking wordt hierbij met verplichte gelijkgesteld,indien binnen een half uur vóór de aanvang der vermakelijkheid daarvoor nog betaling wordt gevorderd c. het bedrag der verschuldigde belasting. Artikel 6. Onder belastbare oppervlakte wordt voor de toepassing van deze verorde ning verstaan voor: a. lokaliteiten: de voor de bezoekers bestemde oppervlakte met inbegrip van gaanderijen en balcons, indien deze laatste even eens voor hen toegankelijk zijn; ruimten, welke met el kaar in open verbinding staan, worden hierbij als één geheel beschouwd indien het publiek dat de vermakelijk heid bezoekt, aldaar tevens toegang heeft; b. tuinen en andere terreinen in de open lucht: de totale oppervlakte. Artikel 7. Vrijstellingen1 Burgemeester en wethouders verlenen op verzoek of ambtshalve vrij stelling van de belasting voor: a. vertoning van films met uitsluitend bedrijfstechnischepropagan distische, natuur-toeristische of soortgelijke onderwerpen, welke geen speelmomenten bevatten en eventueel aanvullende vertoning van teken-,muziek- of humoristische films, voorzover deze een tota le speelduur van 20 minuten niet overschrijdt. Vrijstelling wordt verleend onder voorwaarde, dat kosteloos toe gang wordt verleend of tegen betaling in welke vorm ook van niet meer dan ƒ.0,50 per persoon en dat bij de in artikel 8 voorge- g schreven aangifte opgave is verstrekt van de samenstelling van het programma (onder vermelding van de titels en de lengte van de te vertonen films) en van de toegangsprijs, waarbij tevens de keu ringskaar t( en) afgegeven door de in artikel 15 der Bioscoopwet bedoelde Centrale Commissie moet worden overgelegd: b. danscursussen en danslessen, onder voorwaarde dat: 1e de cursus en lessen worden geleid door personen, die van het geven van dansonderwijs hun gewone beroep maken en in het be zit zijn van een erkende akte van bekwaamheid; 2e het geven van dansonderricht het enige doel is; 3e slechts muziek wordt gemaakt door één persoon of door middel van een automatisch instrument; 4© dat de deelnemers niet later dan tot 23 uur in de lokaliteit, waarin de cursussen of lessen worden gegeven, aanwezig zijn; 5e tot de cursus en lessen uitsluitend toegang hebben leerlingen ingeschreven in een daartoe bestemd register, dat te allen tij de ter inzage moet liggen voor de ambtenaren der plaatselijke belastingen; c. muziek- en zanguitvoeringen met een uitgesproken godsdienstig ka rakter; .4 Belastbare opper- vlakte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 16