GEMEENTE BREDA Volgnc. 27 der agenda Bijlagen 1956 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het voeren van een rechtsgeding tegen de N.V. H.K.I. te Breda. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bij de uitvoering van werkzaamheden aan het Industrieterrein "De Krogten" stelt de H.K.I. - tengevolge van beschadiging van elektrische geleidingen op 24 en maart 1955 - schade geleden te hebben, welke door dit bedrijf wordt geschat op 45.000,-. De gemeente is verzekerd bij de assurantiemaatschappij "Helvetia" te Amsterdam voor schade aan eigendommen van derden tot een bedrag van 30.000,- en voor vermogensschade tot een bedrag van 20.000,-. Het bedrag van het eigen risico dat de gemeente in dit geval zal hebben te dragen is afhankelijk van de vraag of en in hoeverre sprake is van eigendoms- of vermogensschade of van beide. De nogal in gewikkelde aansprakelijkheidssituatie van de bij dit gebeuren betrokken lichamen hebben het onmogelijk gemaakt een oplossing in der minne te bereiken: geen der di rect belanghebbende partijen heeft een afdoende gemotiveerd standpunt willen inne men, voordat de eis in rechte van de H.K.I. bekend was. Bij dagvaarding van 11 janu ari 1.1. heeft de H.K.I. de gemeente opgeroepen om op 24 januari d.a.v. met de aan nemer van de ophogingswerkzaamheden te verschijnen ter terechtzitting van de Arron- dissements-Rechtbank te Breda. Gevorderd wordt veroordeling tot vergoeding van kos ten schade en interessen welke het bedrijf heeft geleden of nog zal lijden, op te maken bij staat en te verevenen volgens de wet. Krachtens de bepalingen van de verzekeringspolis is de gemeente gehouden onmiddel lijk de verzekeringsmaatschappij in te schakelen, hetgeen geschiedde. Voor het ge deelte der claim welke ten laste van de gemeente blijft na aftrek van het verzeker de bedrag hebben wij - op grond van artikel 209r der gemeentewet- aan de dagvaardin voldaan. Ingevolge artikel 177 der gemeentewet dient Uw Raad echter te beslissen of vanwege de gemeente een rechtsgeding zal worden gevoerd. Wij mogen U voorstellen te besluiten, dat: 1de gemeente een geding zal voeren in eerste aanleg tegen de H.K.I. op basis van de thans uitgebrachte dagvaarding; 2. met bepaling dat in dit besluit mede is vervat het voeren van de schadestaat- procedure, welke na de uitspraak in hot onder 1 bedoelde geding noodzakelijk zal zijn, indien de gemeente aansprakelijk wordt geacht. Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. RNo2 Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 208