-
0 fc
GEMEENTE BREDA
ÜJ g
Volgno. 5c der agenda
Bijlagen 1956
no. 4
4 januari 1956
V/170
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast
stelling ener verordening op de heffing van honden
belasting.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In verband met het ingediende verzoek tot verhoging van de algemene uitkering
uit het gemeentefonds, merkt de Minister van Binnenlandse Zaken op, dat de hondenbe
lasting in deze gemeente niet is opgevoerd tot het algemeen aanvaarde tarief van
2,50 voor een bedrijfs- of waakhond en van ƒ10,- voor elke andere hond.
Het thans in de verordening opgenomen tarief bedraagt ƒ5,- voor een bedrijfs-
of waakhond en 7,50 voor elke andere hond.
In een schrijven van Gedeputeerde Staten wordt gesteld, dat - tenzij afdoende
kan worden aangetoond, dat de totale opbrengst overeenkomstig het geldende tarief
minstens gelijk is aan diu, welke verkregen zou worden bij toepassing van het eerst
genoemde tarief - het noodzakelijk wordt geacht dat tot wijziging van de verordening
,i ia wordt overgegaan.
Hoewel wij van mening zijn, dat inderdaad met do geldende tarieven een opbrengst
wordt verkregen, die tenminste gelijk is aan de norm-tarieven van 2,50, respectie-
velijk 10,-, heeft de daaromtrent gegeven uiteenzetting Gedeputeerde Staten niet
kunnen overtuigen.
Wij hebben de eer U thans ter vaststelling aan te bieden do hierbij gevoegde
ontwerp-vorordening op de heffing ener hondenbelasting, waarin het algemeen aan
vaarde tarief van 2,50 voor een bedrijfs- of waakhond en van van ƒ10,- voor elke
andere hond is opgenomen en enkele gewenst geachte technische wijzigingen en aanvullin
gen van de thans geldende verordening worden aangebracht.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
C. Kortinann burgemeester.
Van Woensel secretaris.
RNo2