GEMEENTE BREDA Bij volgno. 35 der agenda Verantwoording van Burgemeester en Wethouders der gemeente Breda ingevolge artikel 256, eer ste lid, der gemeentewet betreffende de reke ning van ontvangsten en uitgaven over het dienst jaar 1 954. I Controle. De gemeenterekening 1954 is als sluitstuk op de boekhouding van de gemeente-ont vanger gecontroleerd door het accountantskantoor J.L.le Clercq te Roosendaal. Wij mogen Uw Raad verwijzen naar het bij de rekening overgelegde rapport van genoemde accountant d.d. 29 december 1955 en daarbij nog enkele toelichtingen geven. II Resultaat van de gewone dienst. De overgelegde gemeenterekening 1954 sluit, wat de gewone dienst betreft, met een bruto nadelig saldo van 559.552,95. Ingevolge artikel 43a der Rekeningsvoorschriften moet het saldo van de gewone dienst, vermeerderd met de nog te verhalen inkomsten en verminderd met de nog te doene betalingen, worden overgebracht naar hoofdstuk I van de kapitaaldienst van het volgende dienstjaar. De berekening van dit over te brengen saldo geschiedt daarom als volgt: bruto nadelig saldo 559.552,95 nog te verhalen inkomsten 811.252.45 wordt een bruto batig saldo van 251.699,50 af nog te doene uitgaven 240.450,90 zodat naar hoofdstuk I van de kapitaaldienst 1955 is over te brengen 11.248,60 De oorspronkelijke begroting 1954 sloot met een geraamde subjectieve uit kering uit het Gemeentefonds van 1.514.000,-, waarvoor op volgn.559 B een ra ming was gesteld. Voor een juiste vergelijking van de resultaten van deze dienst met de oor spronkelijke begroting moet echter worden uitgegaan van het netto resultaat van de dienst, zodat de rekening gezuiverd moet worden van alle inkomsten en uitga ven, welke in feite niet tot de dienst behoren en mitsdien verantwoord zijn op hoofdstuk I "Vroegere diensten" Het netto resultaat kan dan berekend worden als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 269