Volgno. 40 der agenda -2- Bij handhaving van de bijdrage der deelnemers van 2 f zou de bijdrage der ge meenten na vaststelling van de beoogde wijziging van de intercommunale I.Z.A.-rege ling dus kunnen worden gebracht op 2,5 Volgens de opgestelde begroting voor 1956 is een gezamenlijke bijdrage benodigd van 4,4 van de pensioensgrondslagen der deel nemers, zodat na wijziging van genoemde regeling met een bijdrage der gemeenten van 2,4 7° zal kunnen worden volstaan." Dat het I.Z.A.-bestuur zich genoodzaakt zag de totale bijdragen te verhogen, achten wij aanvaardbaar, nu ook vele verzekeringsmaatschappijen, onder meer wegens de nog steeds stijgende verpleegprijzen in de ziekenhuizen, en de algemene zieken fondsen de premiën hebben verhoogd. Tegen, de voorgestelde wijzigingen hebben wij geen bezwaar, nu van het begin af door ons in de bijdrage-verdeling tussen gemeenten en deelnemende ambtenaren geen kwestie van een pariteitsbeginsel is gezien, maar van een lastenverdeling, mede ge zien in het kader van het salaris- en loonbeleid. De opmerking echter inzake de rijksbijdragen in de kassen van de algemene zieken fondsen laten wij voor rekening van het bestuur van het instituut. Wij mogen Uw Raad dan ook voorstellen eveneens overeenkomstig dit tweede ontwerp besluit (waarover de plaatselijke commissie van georganiseerd overleg door ons is ge hoord) te besluiten. Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris. Ligt ter visie in de raadzaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 283