Bij vclgno. 5c der agenda
-5-
BETaLINGSTERMIJNSN EN BIJZONDERE INVORDERING
artikel 17
1De belasting moet in een termijn worden voldaan, vóór of op de laatste dag der
maand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2. De aanslag is dadelijk en geheel invorderbaar, zo de belastingschuldige in staat
van faillissement is verklaard, hem voorlopige sursóance van betaling wordt ver
leend, op zijn roerende, of onroerende goederen executoriaal beslag is gelegd,of
wanneer op hem een vordering wordt gedaan als bedoeld in artikel 7 der wet van
22 mei 1845 (staatsblad nr 22).
3. Eveneens is de belasting dadelijk en geheel invorderbaar in het geval dat blijkt,
dat de belastingschuldige het land metterwoon zal verlaten.
artikel 18
De verplichting tot betaling van de aanslag wordt door het indienen van bezwaar-
of beroepschriften niet opgeschort.
VERLENEN VAN KWIJTING
artikel 19
De gemeente-ontvanger of degene, die namens hem ontvangt, is verplicht voor
iedere betaling kwijting te geven, tenzij deze geschiedt door middel van storting
of overschrijving op de postrekening van de gemeente-ontvanger.
INVORDERING
artikel 20
De invordering van deze belasting geschiedt overeenkomstig het gestelde in de
artikelen 291 tot en met 295 der gemeentewet.
AFSCHRIJVING
artikel 21
1Indien een belastingschuldige niet in staat is, anders dan met buitengewoon be
zwaar de verschuldigde belasting geheel of gedeeltelijk te voldoen, kan het ver
schuldigd bedrag door burgemeester en wethouders geheel of gedeeltelijk worden af
geschreven.
2. De afschrijving, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt slechts verleend
op schriftelijk verzoek van de belastingschuldige; op het verzoek wordt niet be
slist, alvorens de ontvanger der gemeente is gehoord.
TOEREKENING EN AFSCHRIJVING DER BETALINGEN
artikel 22
De toerekening en afschrijving der betalingen geschieden in de navolgende orde:
a. op de kosten van vervolging, zo die verschuldigd zijn;
b. op de oudste der openstaande aanslagen.
NIET-INVORDERBAAR VERKLARING
artikel 23
Van de bedragen, welke niet of niet geheel kunnen worden ingevorderd, wordt