GEMEENTE BREDA Bij volgno. 42b der agenda Toelichting Op de aankoop van een pakhuis aan de Vlaszak van E.J.F.H.van Gooi. Met de eigenaar is overeenstemming bereikt over aankoop van het pakhuis voor een bedrag van 19.500,-, Het pakhuis wordt gebruikt als opslagplaats voor de beide za ken in porseleinwaren en andere huishoudelijke- en luxe-artikelen, gelegen aan de Veemarktstraat nos. 8 en 63. Het winkelpand aan de Veemarktstraat 63 is tesamen met een gedeelte van het pakhuis aan de Vlaszak mondeling verhuurd aan zijn zoon, C. van Gooi. Het andere gedeelte wordt gebruikt voor de opslag van de goederen voor de andere winkelzaak van de eigenaar nl. foor het pand Veemarktstraat 8. Behalve de waarde van het pakhuis, dat is geschat op 13.000,- zal de gemeente vergoeding moeten geven voor de onrendabele top van nieuwbouw van een gedeelte van het pakhuis. Het pakhuis heeft een inhoud van 825 m3. Be bouwkosten van een pand van dezelfde grootte zullen met inbegrip van de kosten van de grond 30.000,- be dragen. De verkoopwaarde van deze nieuwbouw kan bij herbouw in de binnenstad worden gesteld op 17.000,-, zodat de onrendabele bouwkosten 13.000,- bedragen. Aange zien de eigenaar het pand slechts gedeeltelijk zelf in gebruik heeft, behoeft niet te worden uitgegaan van de bouw van een vervangend pand van dezelfde grootte als hij aan de gemeente afstaat, doch lean met de bouw van een pand van de helft van de om vang rekening worden gehouden. De onrendabele top bedraagt dan 6.500,-. De heer van Gooi kan dus aanspraak maken op een vergoeding van 13.000,- 6.500,- 19.500,-. Met dit bedrag is hij akkoord gegaan. Voorts is met de hoer van Gooi overeengekomen, dat het pand aan de gemeente in eigen dom wordt overgedragen, zodra de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zal zijn ver kregen, doch dat de koopsom eerst zal worden betaald nadat het pakhuis zal zijn ont ruimd, De ontruiming zal plaats hebben uiterlijk 3 maanden na aanzegging door de gemeente, doch niet vóór 1 januari 1957. Tegen deze datum bestaat geen bezwaar, omdat er in de omgeving nog meer panden zijn, welke niet voor die datum ter vrije beschikking van de gemeente komen. Gedurende het voortgezet gebruik is de heer van Gooi geen vergoeding aan de gemeente verschuldigd, hetgeen redelijk is, omdat de koopsom eerst na ontruiming wordt betaald. Alle kosten en lasten blijven zolang voor rekening van verkoper.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 293