GEMEENTE BREDA Volgno. 20 der agenda
Bijlagen 1956
no. 178
7 maart 1956
1/1863
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij
ziging van het raadsbesluit inzake ruiling van
grond met het waterschap "De Bovenmark"
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In de vergadering van 29 juni 1955 heeft Uw Raad besloten met het waterschap "De
Bovenmark" een overeenkomst van ruiling aan te gaan, ten einde uitvoering te kunnen
geven aan de in het uitbreidingsplan "Brabantpark B" geprojecteerde omlegging van de
Molenley (zie de ter visie gelegde tekening no.18072). Thans is gebleken, dat in het
desbetreffende voorstel een vergissing is gemaakt. In de door het waterschap aan de
gemeente over te dragen grond van de huidige bedding van de Molenley is nl. een gedeel
te opgenomen, dat reeds eigendom van de gemeente is, t.w. een gedeelte van het perceel
gemeente Ginneken sectie A.no.1625. De door het waterschap af te stane grond moet wor
den beperkt tot de percelen gemeente Breda sectie D nos 6714 en 6715, waardoor de over
te dragen hoeveelheid grond wordt verminderd van 5455 m2 tot 3230 m2.
Aangezien aan de onderhandelingen met het waterschap het principe heeft ten grond
slag gelegen dat het waterschap bij de ruiling dat gedeelte van de toekomstige bedding
van de Molenley in eigendom zou verkrijgen, dat in de plaats komt van het gedeelte
van de tegenwoordige bedding, voorzover deze eigendom van het waterschap is, moet ook
de hoeveelheid grond welke aan het waterschap wordt afgestaan, worden beperkt en wor
den teruggebracht van 7560 m2 tot 5400 m2. Op de voorU ter inzage gelegde teke
ning no.18376 zijn de volgens de gewijzigde ruilovereenkomst over te dragen gronden
met groene en rode kleur aangegeven.
Wij stellen Uw College voor Uw besluit van 29 juni 1955 dienovereenkomstig te
wijzigen.
De Bouwcommissie kan zich met dit voorstel verenigen.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C.Kortmaan
burgemeester
Van Woensel
secretaris.
RNo2