GEMEENTE BREDA Volgno. 31 der agenda Bijlagen 1956 no190 7 maart 1956 1/3471 Voorstel van Burgemeester en Wethouders met betrek king tot het beheer en onderhoud van werken na opheffing van de Waterschappen "de Crogten en Galderse Vugt" en "de Markhoek". AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. In het uitbreidingsplan "de Krogten 1952" zijn gelegen de waterschappen "Crogten en Galderse Vugt",groot ongeveer 91 h.a. en "de Markhoek", groot ongeveer 28 h.a.. De grenzen van deze waterschappen zijn op tekening no.C3.15542 (welke ter visie ligt) met rode kleur aangegeven. De in dit uitbreidingsplan geprojecteerde haven en de ophoging van de voor vestiging van industrie bestemde gronden, voor zo ver gelegen ten zuiden van de op bovengenoemde tekening aangegeven groene lijn, zijn in uitvoering. Na de uitvoering van de in het waterschap "de Crogten en Galderse Vugt" ge legen werken blijft dit waterschap alleen nog belast met de zorg van de afwatering van het overblijvende noord-oostelijke deel van zijn gebied, groot ongeveer 22 h.a.. Ten behoeve van deze afwatering zal door de gemeente een nieuwe afvoersloot moeten worden gegraven, omdat de thans bestaande en op de tekening in blauw aange geven poldersloot grotendeels komt te vervallen. Van het tot het waterschap "de Markhoek" behorende gebied is vooralsnog alleen het noordelijk deel bestemd voor de vestiging van industrie. Dit deel is reeds eigendom van de Hispano Suiza. In dit waterschap, dat belast is met de zorg voor de afwatering en met het beheer van twee gedeelten Markdijk (tezamen lang ongeveer 350 m) blijft uiteindelijk slechts een oppervlakte van 18 h.a. voor agrarische doeleinden bestemd. Gedeputeerde Staten deelden ons mede, dat bij de bovengeschetste stand van zaken de instandhouding van deze twee waterschappen niet nodig is, indien de ge meente Breda bereid zou zijn de zeer beperkte taaie van deze waterschappen ten aan zien van ontwatering en dij.kbeh.eer op zich te nemen. Gedeputeerde Staten verzoeken in verband hiermede een besluit van Uw College uit te lokken krachtens hetwelk met ingang van de dag waarop de waterschappen "de Crogten en Galderse Vugt" en "de Markhoek" worden opgeheven, het beheer c.q. het beheer en het onderhoud van de kaden, waterleidingen en de daarvan deel uitmakende kunstwerken, voor zover binnen de ge meente Breda gelegen, ten laste van onze gemeente worden genomen. Indien de gemeente Breda zich hiertoe bereid verklaart, zullen Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten voorstellen deze waterschappen op te heffen. Voor een juist begrip van de situatie willen wij stellen, dat de vraag naar de wenselijkheid der opheffing voor Uw Raad geen punt van discussie kan uitmaken: het beleid ten aanzien van de inrichting en opheffing van waterschappen is in han den gelegd uitsluitend van de Provinciale Overheid. Wij stellen U voor het bovenomschreven besluit te nemen. Voor wat het water schap "de Crogten en Galderse Vugt" betreft is de gemeente toch reeds verplicht de R No-2-a^Wa^er^n^ van nPeT opgehoogde gedeelte te verzorgen. De lasten voor dit gedeel- 'te zijn voor het overige praktisch te verwaarlozen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 342