GEMEENTE BREDA Volgno. 32 der agenda Bijlagen 1956 no. 191 7 maart 1956 1/3571 Voorstel van Burgemeester en Wethouders met betrek king tot de subsidiëring van het Woonwagenwerk. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Sinds 1952 ontvangt het Woonwagenwerk alhier van de gemeente een subsidie van 3000,- per jaar. De ontwikkeling met betrekking tot de subsidiëring van ver schillende vormen van maatschappelijk werk heeft ertoe geleid, dat wij op verzoek van het Woonwagenwerk de subsidiëring hiervan opnieuw hebben bezien, omdat wij de indruk hebben, dat de wenselijk te achten activiteiten door een gebrek aan geld middelen niet kunnen worden ontplooid, niettegenstaande het particulier initiatief belangrijke bijdragen in natura aan het werk gaf. Reeds eerder hadden wij dan ook te kennen gegeven een herziening van het subsidie in overweging te willen nemen, indien kon worden aangetoond, dat de aard van het werk en het niveau waarop het werd uitgevoerd dit noodzakelijk maakten. Voor 1956 werd door tussenkomst van het Stedelijk Sociaal Charitatief Centrum een nieuwe, ook door het centrum verantwoord geachte begroting ingediend, welke met toelichting voor Uw College ter inzage ligt. Aan uitgaven wordt geraamd 14.575,-; aan inkomsten 1500,-, zodat het nadelig saldo bedraagt 13*075,-. Wij kunnen ons met de begroting van uitgaven,gelet op de daarbij gegeven toelichting, verenigen. Ret komt ons echter niet juist voor, dat het bedrag aan eigen inkomsten slechts 11 van de uitgaven bedraagt, hoezeer het ook juist moge zijn, dat deze "eigen inkomsten" hoofdzakelijk van derden dienen te komen, daar de groep tot welke het werk zich richt bezwaarlijk een reële bijdrage aan het werk kan opleveren. In overeenstemming met diverse rijksregelingen op het gebied van het maatschappelijk werk zouden wij de eis willen stellen, dat 20fo van de inkomsten uit eigen middelen bestaat; 80>0 zou dan als overheidssubsidie kunnen worden gegeven. Deze norm lijkt ons te meer aanvaardbaar omdat een rijkssubsidieregeling voor het Woonwagenwerk in voorbereiding is, welke eveneens vermoedelijk tot 80;V overheidssubsidie zal toe staan, waarvan rijk en gemeente ieder de helft zullen fourneren. Vooralsnog zal de gemeente deze SOjfc, i.e. 11.660,-, alleen dienen te betalen. Wij stellen U voor het Woonwagenwerk in afwachting van de rijksregeling met ingang van 1956 een ge meentelijk subsidie te verlenen tot 11.660,- onder de navolgende bepalingen: 1het subsidie zal (behoudens gebruikelijke voorschotten ter verrekening) worden uitbetaald op basis van de werkelijke uitgaven welke blijkens de over te leggen jaarrekening zijn gedaan; 2. op het gemeentelijk subsidie zal in mindering worden gebracht e.v. te ontvangen rijkssubsidie, zodat dit niet in mindering komt van het redelijk te achten bedrag aan eigen inkomsten tot minstens 20% van de uitgaven. RNo2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 344