GEMEENTE BREDA
Volgno. 33 der agenda
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1956
no. 192
10 maart 1956
V/2030
Nader schrijven van Burgemeester en Wethouders
naar aanleiding van het in de raadsvergadering van
11 januari 1956 behandelde voorstel tot een waar
borgen van renten en aflossingen van een geldlening
t.b.v. het Diaconessenhuis.
Onder verwijzing naar ons voorstel d.d. 4 januari 1956 no.v/22366, Bijlagen 1956 nu.
25 met daarbij gevoegd ontwerpbesluit (garantie geldlening nieuwbouw Diaconessenhuis) en
de notulen van de vergadering van Uw Raad van 11 januari 1956 pagina's 22 en 23 delen wij
U mede ons nader te hebben beraden over de voorwaarden waaronder Uw Raad thans definitief
tot deze garantie zou kunnen besluiten.
Deze wijzigingen betreffen het punt j. van het concept-besluit, dat bij de stukken
was gevoegd zodanig, dat de gemeente op elk gewenst ogenblik kan verlangen, dat de ei
gendommen der vereniging hypothecair ten behoeve der gemeente worden verbonden ter meer
dere garantie van de rente en aflossing en de toevoeging van een nieuw punt, waarbij
de vereniging de verplichting op zich neemt haar huidige inrichting aan de Wilhelminasin-
gel aan de gemeente te verkopen tegen een door drie deskundigen te bepalen prijs. Boven
dien ware op nog een tweetal punten wijziging aan te brengen en wel om buiten twijfel
te stellen, dat de geldleningen uitsluitend voor de bouw van een nieuw Diaconessenhuis
te Breda zijn bestemd alsmede dat het beschikbaar houden van de overeengekomen aantallen
bedden (sub B e van het concept-besluit) geen financiële verplichtingen voor Breda of
een der andere daar genoemde gemeenten zal hebben.
Wij menen, dat onder aldus gewijzigde voorwaarden tot de gevraagde garantie kan wor
den besloten. De nieuwbouw lijkt niet te ruim opgezet, zodat niet meer wordt verwezenlijkt
dan redelijk lijkt. Immers een aantal van in totaal 200 bedden lijkt wel nodig om de kost
bare outillage die een aan de eisen des tijds voldoende ziekenhuis dient te hebben, zo
goed mogelijk tot hun recht te doen komen. Eon geringer aantal lijkt terzake oneconomisch.
Een aantal van 5 bedden per 1000 personen is als redelijke norm aanvaard en aangezien kan
worden aangenomen, dat 30.000 personen in Westelijk Noordbrabant zich op dit nieuwe zie
kenhuis zullen oriënteren is een aantal van 150 bedden uit dien hoofde als gemiddelde
acceptabel. In de 5 bedden per 1000 inwoners is dan een normale uitbreiding van medische
zorg (toenemende specialismen) alsmede enige groei van de belanghebbende bevolkingsgroe-
p verdisconteerd.
De 50 overige bedden kunnen gevoeglijk worden beschouwd als noodzakelijk voor chro
nische patiënten in de meest uitgebreide zin des woords, waarbij bedacht moet worden,dat
terzake voor het op het toekomstige Diaconessenhuis aangewezen deel der bevolking vol- 1
doende voorziening in Westelijk Noordbrabant ontbreekt.
RNo2