GEMEENTE BREDA
W)|
Bijlagen 1956
no. 245
2 mei 1956
V/6185
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
aangaan van een overeenkomst voor de bouw van
1250 woningen in de jaren 1956 t/m 1960.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Zoals Uw Raad al enigermate bekend zal zijn ligt het in de bedoeling om in samen
werking tussen de vier grootste gemeenten van Woord-Brabant t.w. 1s-Hertogenbosch, Til
burg, Eindhoven en Breda te komen tot realisering van 5000 woningen in een tijdsverloop
van 5 jaren. Dit plan is thans in een zodanig stadium gekomen, dat wij Uw College dien
aangaande het navolgende kunnen mededelen en terzake een concreet voorstel doen.
De leniging van de woningnood noopt alle daarbij betrokken instanties om de capa
citeit van de woningbouw zo hoog mogelijk op te voeren, zodat men zich allengs meer is
gaan bezinnên op maatregelen, welke daartoe kunnen strekken. Tot deze maatregelen beho
ren zowel de continuïteit in de opdrachten aan een bepaald aannemersbedrijf als de bouw
van systeemwoningen. Combinatie van beide leidt in de huidige omstandigheden wel tot de
grootst mogelijke woningproduktie
Bij continuïteit in de opdrachten wordt enerzijds een goede planning en een grote
mate van arbeidsbesparing bereikt, terwijl het voor de aannemers en hun werknemers het
voordeel biedt van zekerheid inzake permanente werkgelegenheid gedurende een geruime
periode. Deze voordelen nemen nog toe, indien de bouw plaats vindt met toepassing van
een bepaald bouwsysteem met standaardisatie en normalisatie van constructie, onderdelen
en details.
Uiteraard is het gewenst, dat de opdrachten een belangrijke omvang hebben en zich
uitstrekken over enkele jaren, omdat deze gedragslijn de mogelijkheid schept tot grote
re aanvangsinvestering, massaproduktie van onderdelen, perfectioneren van de hulp
constructies en het verdelen van het werk in eenheden, welke bij de verschillende bouw
blokken steeds door dezelfde mensen verricht kunnen worden.
Dit laatste brengt niet alleen arbeidsbesparing mee doch bovendien kunnen ook min
der geschoolde en zelfs ongeschoolde arbeiders worden ingeschakeld. Door de steeds te
rugkerende gelijke werkzaamheden doen zij in korte tijd een zodanige routine op, dat
hun gebrek aan scholing wordt genivelleerd.
Hierbij dient voorts nog te worden vermeld, dat van de zijde van de Minister van
Wederopbouw en Volkshuisvesting een extra-bouwcontingent van tenminste 25is toegezegd,
gebaseerd op de verwachte arbeidsbesparing.
Nadat de grootste gemeenten in den lande tot de aldus omschreven produktie-methode
zijn overgegaan, hebben de genoemde Noord-Brabantse gemeenten zich gezamenlijk en op
suggesties van het provinciaal bestuur beraden of en tot welke omvang tot continu-sys-
teembouw zou kunnen worden overgegaan. Daarbij is in overleg met het Ministerie van
Wederopbouw en Volkshuisvesting contact gelegd met de N.V.van Vliet en van Duist's
Bouwbedrijf te Rotterdam, welke firma reeds belangrijke ervaring op dit gebied heeft en
RNo2