Bij Volgno. ba der agenda -6- geen verrekening plaats. c. Tussentijds zullen, vooruitlopende op dc in artikel 14a bedoelde winstdeling, voorlopige winst-delingen plaatsvinden met betrekking tot het totaal der opdrachten welke dan financieel tot afsluiting zijn gebracht. Deze tussentijdse voorlopige winstdelingen zullen betrekking hebben op de toestand per 31 december 1957, 31 december 1958 en zo vervolgons. d. Ter bepaling van de winst zal de aannemer alle op een bepaald werk drukkende kosten afzonderlijk administreren, behoudens die welke reeds ingevolge artikel 7b, onder 2, 3 sn 4 in een bedrag of percentage zijn vastgelegd; daarbij rekening houdende met het aandeel in de onder 2 en 3 van artikel 7b genoemde kosten, dat kan worden geacht begrepen te zijn in de betaalde bedragen voor eventueel in onderaanneming uitgevoerde - niet in de basisbegroting als zodanig vermelde - werkzaamheden. e. De aannemer zal zijn bovenvermelde administratie te zijnen kantore ter inzage voor leggen aan een door partijen in onderlinge overeenstemming te benoemen, niet tot een der partijen in relatie staande doskundigo-accountant, lid van het N.I. v. A. of van de V.A.G.A., die de overeenkomstig de art. 14a en c te bepalen voor verdeling in aanmerking komende winstbedragen zal vaststellen. f. Het accountant-onderzoek van de genoemde administratie zal zich niet uitstrekken tot het beoordelen van het beleid van de aannemer, onder meer terzake van het vaststellen en betalen van arbeidslonen, alsmede het overeenkomen van prijzen, leverings- en betalingsvoorwaarden bij aankoop van materialen en hulpstoffen, bij dienstverlenin gen en bij het opdragen van werkzaamheden aan onderaannemers. Artikel 1 5 De aannemer zal zorgdragen, dat hij tegelijk met de indiening van zijn prijsaanbie- ding voor elk te bouwen complex de opdrachtgever om niet in het bezit stelt van de nodige licenties om het werk in het betrokken bouwsysteem te kunnen voltooien of doen voltooien als de aannemer op enigerlei wijze in gebreke is. De opdrachtgever verbindt zich van deze licenties geen getauik te maken zolang de aannemer zich be hoorlijk van zijn verplichtingen, voortvloeiende uit de desbetreffende overeenkomst, kwijt. Artikel 1 6. Indien de in artikel 7a bedoelde overeenkomst van aanneming inzake een bepaald werk wegens ingebreke blijven van de aannemer, ingevolge de daarin of in het desbetref fende bestek opgenomen bepalingen, door de opdrachtgever wordt beëindigd zal de aannemer, ongeacht zijn overige verplichtingen wegens de wanprestatie, gedurende de afbouw van dit werk zijn volledige medewerking verlenen - onder meer bestaande uit het terbeschikkingstellen van voor het systeem typische bouwstoffen, gegevens der werkwijze, materieel, hulpmateriaal, enz. - opdat het werk zo tijdig mogelijk kan worden voltooid. Artikel 17. a. Beëindiging van de overeenkomst van aanneming van een bepaald werk, als bedoeld in art.16, is tevens rechtsgrond voor de opdrachtgever om, indien hij zulks wenst, tezelfdertijd de basis-overeenkomst te verbreken. b. Indien de aannemer niet voldoet aan het in art. 4a en/of art. 6 of art. 7b bepaalde zal de opdrachtgever hem zulks schriftelijk mededelen en hem alsnog in de gelegen heid stellen binnen een door de opdrachtgever redelijk te achten termijn zijn ver plichtingen terzake na te komen. Indien na verloop van deze termijn de aannemer aan zijn verplichtingen uit hoofde van het in art. 4a en/of art. 6 of art. 7b be paalde niet zal hebben voldaan, heeft de opdrachtgever het recht, de basis-overeen komst te beëindigen, onverminderd de uit elk lopend bestek voortvloeiende rechten en verplichtingen. c. Beëindiging van deze basis-overeenkomst ingevolge art. 17n en/of b kan eerst ge—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 449