GEMEENTE BREDA Yoigno. 11b der agenda
Bijlagen 1956
no. 256
2 mei 1956
Vl/7146
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver
lening van eervol ontslag aan F.P.M.Herben, on
derwijzer aan de openbare lagere school in de
Vi andenlaan
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
A
De Pensioenraad te s-Gravenhage heeft blijkens zijn in de raadzaal ter visie ge
legde beschikking de heer F.P.M.Herben, geboren op 7 mei 1894,uit hoofde van ziekten of
gebreken, ongeschikt verklaard voor de verdere waarneming van zijn betrekking van on
derwijzer aan de openbare lagere school in de Viandenlaan.
In overeenstenming met het bepaalde in artikel 9, lid 1 van het Verlofbesluit la
ger onderwijs dient dan tot het verlenen van ontslag aan een onderwijzer te worden over
gegaan, waartoe U in artikel 38, lid 1 van de Lager onderwijswet aangewezen wordt.
Artikel 57, lid 1 van het Ambtenarenreglement voor onderwijzers 1948 schrijft
voor, dat aan een onderwijzer, voordat hem ongevraagd eervol ontslag wordt verleend,
schriftelijk het voornemen daartoe wordt medegedeeld.
Wij hebben de eer U in overweging te geven tot het doen van die mededeling aan
de heer Herben te besluiten.
Het aangehaalde artikel 57 uit het Ambtenarenreglement voor onderwijzers 1948 be
paalt voorts, dat tussen de datum, waarop de mededeling van het voornemen tot het ver
lenen van ontslag en de datum, waarop dit ontslag ingaat, een termijn van tenminste
twee maanden moet zijn verstreken.
Indien U tot de hierboven voorgestelde mededeling aan de heer Herben besluit, mo
gen wij U in overweging geven vervolgens te besluiten tot het verlenen van eervol ontslag
aan meergenoemde onderwijzer en wel met ingang van 16 juli a.s.,omdat anders in Uw ver
gadering van juni 1956 deze aangelegenheid opnieuw in behandeling zou moeten komen.
Na het ontslag ontvangt de heer Herben het maximum-invaliditeitspensioen, als be
doeld in de Pensioenwet 1922, Stbl.no.240, omdat hij ruim 40 pensioengerechtigde dienst
jaren heeft en tot 7 september 1956 een suppletie van het Rijk via de gemeente op dat
pensioen tot het bedrag van zijn laatstelijk genoten bezoldiging (artikel 9 van het
bovenaangehaald verlofbesluit lager onderwijs; aangezien betrokkene sinds 7 september
1955 wegens ziekte met verlof afwezig van dienst is).
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C.Kortmann burgemeester.
Van W'oensOl secretaris.
RNo2