Vclgno. 5a der ag.nda A, straatbelasting en rioolbelasting te .amen worden beschouwd. Kennisneming van do totaalopbrengst van straat- en rioolbelasting in een 10-tal gemeenten van ongeveer de grootte van Breda toont ons aan, dat nergens een opbrengst wordt verkregen van een dergelijke hoogte, dat 6yó straatbelasting wordt geheven en daarnaast een riool belasting van gemiddeld ƒ15,- per aangesloten perceel. Ook andere inlichtingen van vele gemeenten deden ons concluderen, dat niet gesteld kan worden, dat hier sprake zou kunnen zijn van algemeen aanvaarde grenzen van be lastingheffing. Invoering van bedoelde rioolbelasting in Breda in verband met de subjectieve verhoging der algemene uitkering uit het Gemeentefonds zou derhalve een belastingtop veroorzaken, hetgeen toch niet de bedoeling kan zijn nu allerwege ook wordt gewaakt tegen het ontstaan van belastingvluchtheuvels.De Bredase burgers zou den onevenredig zwaar 'worden getroffen, indien deze belasting tot het voorgestelde bedrag zou worden geheven. Deze argumenten werden bovendien bij de betreffende instanties mondeling nader toegelicht en benadrukt een en ander zonder gunstig resultaat. Bij schrijven van Gedeputeerde Staten van 16 november j.l. wordt thans nader mede gedeeld dat de Minister van Binnenlandse Zaken na gepleegd overleg van mening is dat de aangevoerde argumenten in het algemeen niet steekhoudend kunnen -worden geacht. De Minister handhaaft de eis, dat de gemeente, om in aanmerking te komen voor toekenning 9 van een subjectieve verhoging der algemene uitkering uit het Gemeentefonds, zal moeten overgaan tot invoering van een rioolbelasting met een opbrengst van gemiddeld 15,- per perceel, waarbij in de tariefstelling desgewenst rekening kan worden gehouden met de omstandigheid, dat in bepaalde gevallen de kosten van aanleg van riolering reeds in de grondprijzen verdisconteerd zijn. Ook nu achten wij voor het invoeren van een rioolbelasting in de vorm van een aan- legbelasting niet voldoende redenen aanwezig. Marineer wij U dan ook thans voorstellen om toch tot invoering van een rioolbelas- ting over te gaan is dat omdat wij ervan overtuigd zijn dat, gezien de enorme kosten, waarvoor Breda staat terzake van aanleg, onderhoud en exploitatie en rioleringswerken, speciaal voor de afvoer van het -water naar Moerdijk, al dan niet gepaard gaande mot voorbezinking en eventueel zuivering, het niet onbillijk kan worden genoemd daarvoor een algemene heffing in de vorm van een z.g. onderhoudsbelasting, als bedoeld in arti kel 280 der Gemeentewet, in te voeren. Deze onderhoudsbelasting moet dan, evenals de bestaande straatbelasting, worden gezien als een algemene bijdrage in de kosten, ten laste der gemeente komende, voor aanleg en onderhoud van wegen en voor afvoer van wa ter en vuil. Als globaal gemiddelde voor de rioolbelasting wordt een bedrag van 15,- per per ceel voorgeschreven, hetgeen neerkomt bij ongeveer 19.000 percelen (per 1 januari 1955) op een opbrengst van 285.000,-. De straatbelasting geeft bij een tarief van 670 van de belastbare opbrengst gebouwd een totale inkomst van 270.000,-. Hierbij moet worden opgemerkt dat tot dusver niet werd overgegaan tot invoering van een straatbelasting wegens ongebouwde eigendommen (tarief 3/-) omdat met een geschatte opbrengst van 5.000,- verdeeld over 20.000 perce len (gemiddeld 0,25 per perceel) de perceptie-kosten onevenredig hoog ten opzichte van de opbrengst werden geacht. Bij brief van 23 maart 1955 van Gedeputeerde Staten wordt gesteld dat, indien geen straatbelasting wegens ongebouwde eigendommen wordt geheven, behoort te worden overge gaan tot verhoging van de straatbelasting wegens gebouwde eigendommen, door het tarief op te voeren tot een zodanig percentage, dat een meer-opbrengst wordt verkregen, welke tenminste gelijk is aan de gederfde belasting i.e. 5.000,-. Uiteindelijk zal dus een belasting-meeropbrengst moeten worden verkregen van 285.000,h 5.000,- 290.000,-. Do totale belastbare opbrengst gebouwd bedraagt 4.500.000,- zodat aangenomen mag worden dat bij een tarief van 6-5/., boven de reeds bestaande 6% straatbelasting, aan de gestelde normen voor een rioolbelasting en het op voeren der straatbelasting wordt voldaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 4