GEMEENTE BREDA
Volgno. 12 der agenda
Bijlagen 1956
no, 20
4 januari 1956
1/9065
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrek
king van het besluit van de Tijdelijke Raad der
gemeente Breda tot vaststelling ener verordening tot
bestrijding van wandgedierte.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
De Verordening tot bestrijding van wandgedierte, vastgesteld bij besluit van de
Tijdelijke Raad der gemeente d.d. 26 augustus 1946, verplicht iedere huiseigenaar
bij een verhuizing zijn pand door personeel van de gemeentelijke reinigings- en ont-
smettingsdienst te laten onderzoeken en iedero toekomstige bewoner zijn meubilair te
laten onderzoeken alvorens zich te vestigen.
Voor dit onderzoek zijn geregeld enige werkkrachten op route, terwijl het hoogst
zelden voorkomt, dat onzuiverheid wordt geconstateerd, waaruit mag worden geconclu
deerd, dat door de maatschappelijke verbeteringen de wandgedierteplaag langzamerhand
als onderdrukt mag worden beschouwd.
Het wil ons dan ook voorkomen, dat deze ontsmettingsdienst wat topzwaar is gewor-
V den en dat het effect van deze controle zoveel werk niet meer rechtvaardigt.
Bovendien biedt artikel 133, lid 2, onder b. der Bouwverordening nog voldoende
ruimte om ambtelijk op te treden in de gevallen waar dit nodig is.
Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen de Verordening tot bestrijding
van wandgedierte, opgenomen in gemeenteblad no. 1056 van 1946 in te trekken met in
gang van 1 januari 1956.
De Commissie voor de Strafverordeningen zal U haar advies staande de vergadering
mededelen.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmaan burgemeester.
Van Woensel secretaris.
Concept-besluit ligt ter inzage in de raadzaal,
RNo2