Bij volgno. 5 der agenda -2- BELASTINGPLICHTIGE Artikel 5. 1 Het schoolgeld is verschuldigd voor: a. een leerling, staande onder de ouderlijke macht, door de vader, of, indien de ouderlijke macht door de moeder alleen wordt uitgeoefend, door de moeder; b. een leerling staande onder de voogdij van zijn vader of moeder, door degene die de voogdij uitoefent; c. een leerling, niet staande onder de ouderlijke macht of onder de voogdij van zijn vader of moeder, door degene, die voor deze leerling aanspraak heeft op kinderaftrek ingevolge artikel 47 van het besluit op de inkomstenbelasting 1941 of, indien geen inkomstenbelasting is verschuldigd, ingevolge artikel 8, zesde lid, van het besluit op de loonbelasting 1940. 2. Pleegouderlijke zorg vervult te dezen opzichte de plaats van de ouderlijke macht of de voogdij van de vader of de moeder. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor onderhoud en opvoeding van het kind van anderen, als ware het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. 3. Indien met toepassing van de vorige leden geen aansprakelijke persoon kan worden aangewezen, is de leerling zelf het schoolgeld verschuldigd, TARIEF Artikel 6. Het schoolgeld bedraagt voor elk vak per cursusjaar 50,-. HEFFINGSTIJDVAK Artikel 7. Voor hen die als leerling zijn ingeschreven, of die een mededeling hebben gekregen, dat zij tot de school zijn toegelaten, doch die bij de aanvang van het cursusjaar wegblijven, is schoolgeld verschuldigd over de eerste maand van het heffingsjaar tenzij vóór de aanvang van de cursus in dat jaar een kennisgeving van verhindering is ingekomen. Artikel 8. Indien de leerling in de loop van het cursusjaar wordt ingeschreven, is het school geld slechts verschuldigd over zoveel maanden - de vakanties inbegrepen - als na de inschrijving in het cursusjaar over zijn. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een gehele maand gerekend. ONTHEFFING Artikel 9 1c Indien een leerling in de loop van het heffingsjaar overlijdt of de school ver laat, wordt ontheffing verleend over zoveel volle maanden, als er nadien nog in het heffingsjaar overblijven. Ontheffing van schoolgeld wegens het verlaten van de school wordt niet verleend, indien de ontheffing op niet meer dan twee maanden be trekking zou hebben. 2. Indien een cursist wegens ziekte de school gedurende langer dan drie maanden achter een niet heeft kunnen bezoeken, wordt ontheffing van schoolgeld verleend over zo veel volle kalendermaanden, als de school niet bezocht is. 3. Indien een cursist wegens het sluiten van de school deze gedurende langer dan drie maanden achtereen niet heeft kunnen bezoeken, wordt ambtshalve ontheffing van schoolgeld verleend over zoveel volle maanden, als de school gesloten is geweest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 533