r GEMEENTE 3RED Volgno' 11 der agenda Bijlagen 1956 no. 505 2 juni 1956 v/5953 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verho ging van het gemeentelijk subsidie aan de Plaatse lijke Commissie Huishoudelijke Voorlichting. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. De Plaatselijke Commissie Huishoudelijke Voorlichting, alhier, ontvangt sinds 1 december 1950 een gemeentesubsid.ie van 2.500,- per jaar. Ondanks de aanmerke lijke uitbreiding van het aantal cursussen is het gemeente-subsidie sinds genoemde datum onveranderd gebleven. Bedroeg het aantal cursussen in 1950 152 met 1980 deelneemsters, in 1955 was dit aantal 226 met 3411 deelneemsters, terwijl in 1956 het aantal cursussen is uitgebreid tot 363 met 5360 deelneemsters. De Plaatselijke Commissie vraagt thans de exploitatietekorten over de jaren 1954 en 1955, alsmede het geraamde nadelige saldo over 1956 geheel voor gemeente subsidie in aanmerking te nemen. Ofschoon het van de Plaatselijke Commissie steeds de bedoeling is geweest om, in verband met de uitbreiding van het aantal cursussen, verhoging van het gemeente-subsidie te vragen, is dit in het verleden niet geschied. Wel heeft de Landelijke Stichting "Commissie voor Huishoudelijke en Gezinsvoorlich ting", zoals uit de bijgaande exploitatie-overzichten blijkt, meer subsidie ge geven dan aanvankelijk zou worden toegekend. De Landelijke Stichting heeft nl. over de periode 1950 t/m 1954 de cursussen, die niet onder Nijverheidsonderwijs-subsidie- verband konden worden gebracht, grotendeels gesubsidieerd. Bij de subsidiëring van de Plaatselijke Commissie Huishoudelijke Voorlichting zijn wij er steeds van uit gegaan dat de Landelijke Stichting en de gemeente Breda ieder 50 van het exploitatie-tekort zouden dragen van alle kosten die niet onder N.O.-subsidieverband zouden zijn te brengen. De Landelijke Stichting heeft voor de subsidiering van de Plaatselijke Commissie geen bepaalde richtlijnen vastgesteld; zij subsidieerde de plaatselijke commissies naar behoefte. De Landelijke Stichting stond echter wel steeds op het standpunt, dat de subsidiëring van de huishoude lijke voorlichting op de eerste plaats een taaie van de gemeente is en dat de Lande lijke Stichting slechts aanvullend moet subsidiëren. Ondanks dit ingenomen stand punt heeft de Landelijke Stichting, zoals uit bijgaande bescheiden blijkt aanmer kelijk meer gesubsidieerd dan 50 van het exploitatietekort. Door inwilliging van het verzoek om het nadelig saldo t/m 1954 ad 845,11 voor rekening van de gemeente te nemen, xforden bovengenoemde subsidie-gedachten nog ruimschoots verwezenlijkt Voor het jaar 1955 was de Landelijke Stichting echter niet langer bereid de kos ten van de cursussen, die niet onder subsidieverband van de Nijverheids-Onderwijs wet kunnen worden gebracht, geheel voor haar rekening te nemen, zodat naast het sub sidie van 1.500,-, voor algemene kosten en 804,10 voor voedingsvoorlichting, slechts 792,- ter bestrijding van de kosten voor ver-lichting en verwarming van RNo2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 550