Volgno. 11 der agenda -2- de hierbedoelde cursussen werd ontvangen. Door de uitbreiding van het aantal cursussen, alsmede wegens het gewijzigde standpunt van de Landelijke Stichting in zake de subsidie-verlening is er over het jaar 1955 een exploitatie-tekort van 5.437,59 ontstaan. Uitgaande van bovenstaande subsidiegedachte kan, gerekend over de periode 1950 t/m 1955, ook het nadelig saldo over 1955 ten bedrage van 3.437,59 voor rekening van de gemeente worden genomen. Zoals boven reeds terloops is opgemerkt gaat de Landelijke Stichting haar ingenomen standpunt met betrekking tot de subsidiëring van de plaatselijke commissies doorvoeren. De Stichting stelt zich op het standpunt, dat de werkzaamheden van de plaatselijke commissies op de eerste plaats als een gemeente-aangelegenheid moeten worden gezien, hetgeen inhoudt, dat ook de gemeenten dit werk geheel moeten gaan sub sidiëren. De Landelijke Stichting ontvangt van het Ministerie van Maatschappelijk Werk jaarlijks wel een bedrag voor het verstrekken van bijdragen aan Plaatselijke Commissies, doch zij wil dit bedrag alleen gaan gebruiken om zgn. startsubsidies te verstrekken om het werk in verschillende plaatsen op gang te brengen. Voor 1956 e.v. jaren verwacht de plaatselijke commissie huishoudelijke voor lichting, naast het subsidie wegens gegeven voedingsvoorlichting, van de Landelijke Stichting geen subsidie meer ter dekking van algemene kosten en voor het betalen van de kosten van de cursussen die buiten N.O.-subsidieverband vallen. De begroting- voor het jaar 1956 geeft dan ook een nadelig saldo van 9.300,-. Overtuigd van het belangrijke en nuttige werk dat de Plaatselijke Commissie Huishoudelijke Voorlichting in de verschillende wijken van de stad doet, stellen wij U, in verband met bovenstaande, voor ook voor 1956 en volgende jaren het onge dekte tekort voor rekening van de gemeente te nemen. Wij gaan hierbij van de gedachte uit, dat in deze gemeente het maatschappelijk werk voor 75 7C en het wijkwerk voor 100 uit de gemeentekas wordt gesubsidieerd. Aangezien de werkzaamheden van de Plaatselijke Commissie Huishoudelijke Voorlichting zowel op maatschappelijk als op het terrein van het sociale wijkwerk geacht kunnen worden te liggen, achten wij het aanvaardbaar indien de gemeente 85 van de totale kosten voor haar rekening neemt en 15 "ten laste van derden blijft. Zoals uit de overgelegde begroting 1956 blijkt zullen de hierbedoelde 15 ontvangen worden als cursusgeld van de deelneemsters en als subsidie van de Landelijke Commissie voor gegeven voedingsvoorlichting. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer U mitsdien voor te stellen de exploitatie-tekorten over de jaren 1950 t/m 1954 ten bedrage van 845,11 en over het jaar 1955 ten bedrage van 3.437,59 voor rekening van de gemeente te nemen, alsmede met ingang van het jaar 1956 de Plaatselijke Commissie Huishoude lijke Voorlichting een gemeentesubsidie te verlenen ten bedrage van 100 van het exploitatie-tekort, onder voorwaarde evenwel, dat de Plaatselijke Commissie zal trachten zoveel mogelijk subsidie van de Landelijke Stichting "Commissie voor Huis houdelijke en Gezinsvoorlichting" te verkrijgen. Een ontwerp-begrotingswijziging gaat ter vaststelling hierbij. Het advies van de subsidie-commissie zal U nog worden medegedeeld. Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris. Liggen ter visie in de raadzaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 551