Bij volgno. 12 der agenda
-2-
4. Al wat verder de vervanging, schorsing in of vervallenverklaring van de functie
der bestuursleden, zomede de regeling van de vergaderingen en van de stemmingen,
betreft, wordt, met inachtneming van het bepaalde in de statuten, in het huis
houdelijk reglement geregeld.
Artikel 6.
1Het bestuur behartigt de belangen van de Stichting in de ruimste zin des woords.
2. Het Dagelijks Bestuur, bestaande uit voorzitter, secretaris en penningmeester,
vertegenwoordigt de Stichting in en buiten rechte en verbindt de Stichting tegen
over derden.
Artikel 7.
Het bestuur kiest uit zijn midden een secretaris en een penningmeester.
Artikel 6.
Het bestuur stelt voor zijn werkzaamheden een huishoudelijk reglement vast, dat aan
de goedkeuring van burgemeester en wethouders is onderworpen.
De inhoud van dit reglement mag niet in strijd zijn met deze statuten.
Wijzigingen in het reglement zijn eveneens aan de goedkeuring van burgemeester en
wethouders onderworpen.
Bursalen.
Artikel 9.
Om voor een studietoelage als bedoeld in art. 4 in aanmerking te kunnen komen moeten
de gegadigden aan de volgende voorwaarden voldoen:
a. inwoner zijn van de gemeente Breda. Afwijking van deze bepaling kan worden toe
gestaan bij een tweede en volgende toekenning van een bijdrage alsmede in geval
len, waarin dit naar het oordeel van het bestuur redelijk is;
b. in het bezit zijn van het voor de betrokken studie vereiste getuigschrift of de
daarvoor vereiste vooropleiding hebben genoten;
c. bereid zijn zich op aanwijzing van het bestuur aan een psychotechnisch en/of
medisch onderzoek te onderwerpen;
d. begaafd zijn, d.w.z. naar het oordeel van het bestuur een meer dan gewone aanleg
bezitten van de door hen gekozen studie, terwijl mede hun ijver, gedrag en
karakter bijzondere verwachting van die studie rechtvaardigen;
e. zelf en/of hun ouders, voogden of verzorgers niet of niet geheel in staat zijn
hun studie te bekostigen, noch door een ander fonds of particulier hiertoe
in staat worden gesteld;
f. tevens een aanvrage richten tot het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen ("bureau rijksstudietoelagen"), tot het Woord Brabants Studiefonds en,
indien mogelijk, tot particuliere fundaties.
Artikel 10.
1De meerderjarige bursaal verplicht zich .bij de aanvaarding van een studietoelage,
in de vorm van een renteloos voorschot ^schriftelijk te verbinden tot terugbetaling
van dit voorschot. Hiervan wordt een akte van schuldbekentenis opgemaakt, waarin
onder meer de wijze waarop en de termijnen waarin deze terugbetaling zal plaats
vinden, moeten zijn vermeld.
2. Wordt aan een minderjarige een studietoelage (renteloos voorschot) verleend, dan
wordt de schuldbekentenis, bedoeld in het eerste lid, getekend door zijn wettelijke
vertegenwoordiger (-ster) en door de bursaal' voor"gezien"getekend en wordt het
vastgestelde bedrag in de regel aan de wettelijke vertegenwoordiger(-ster) uitge
keerd. Deze is alsdan verplicht dit bedrag geheel te besteden voor de studie van
de betrokken minderjarige.