GEMEENTE BREDA
Bij volgno. 14 der agenda
De Raad der gemeente Breda;
overwegende, dat bij zijn besluit d.d. 14 februari 1951 Burgemeester en Wet
houders bevoegd zijn verklaard tot het nemen, wijzigen of intrekken van maatrege
len als bedoeld in artikel 4 van het Wegenverkeersreglement, zulks tot 1 januari
1956;
overwegende, dat in verband met de omstandigheid,dat de edscnvan het verkeer
vrij snel kunnen wisselen, het doorgaans nodig is onmiddellijk verkeersmaatregelen
te nemen en het derhalve om reden van praktische aard wenselijk is, dat ook na
1 januari 1956 de bevoegdheid als bovenbedoeld bij dat college blijft berusten;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 4 januari 1956;
gelet op het bepaalde bij artikel 5, lid 1sub c. van het Wegenverkeersre
glement
HEEFT BESLOTEN:
te bepalen, dat voor wat betreft de wegen als bedoeld in artikel 5, lid 1 onder c.
van het Wegenverkeersreglement, Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn bij afzon
derlijk door hen vast te stellen besluiten, maatregelen te nemen, te wijzigen of
in te trekken, ter uitvoering van het bepaalde in artikel 4, leden 1 en 2 van voor
meld reglement, onder voorwaarde, dat de betreffende besluiten van Burgemeester en
Wethouders zo spoedig mogelijk na de vaststelling ervan ter kennis van de Raad zul
len worden gebracht.
Gedaan ter openbare vergadering van januari 1956.
De Raad voornoemd;
voorzitter.
secretaris.