Bijlagen 1956
no. 355
4 juli 1956
1/8833
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van het partieel uitbreidingsplan
in onderdelen Boeimeer 1956 N.O. (herziening
Boeimeer 1951 N.O.)
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In de raadzaal is voor Uw College ter visie gelegd een ontwerp van een uitbreidings
plan in onderdelen "Boeimeer 1956 N.O.". Bit plan is een gedeeltelijke herziening van het
uitbreidingsplan in onderdelen "Boeimeer 1951 N.O.". Voor de motivering van dit plan
mogen wij IJ verwijzen naar de eveneens ter visie gelegde toelichting op dit plan.
Het ontwerp heeft vanaf 14 mei 1956 gedurende wettelijk voorgeschreven termijn ter
gemeentesecretarie voor een ieder ter visie gelegen.
Van de gelegenheid om bij Uw College bezwaren in te dienen tegen het plan is ge
bruik gemaakt door een aantal eigenaren/bewoners van woningen aan de Piet Heynlaan, de
Banckertweg, de Witte de Withweg, de ïromplaan en de Michiel de Buijterstraat.
Het bezwaarschrift ligt eveneens voor Uw College ter visie. Naar aanleiding van
dit bezwaarschrift merken wij op, dat adressanten belanghebbenden zijn in de zin der
woningwet en dat het adres binnen de voorgeschreven termijn is ingekomen zodat adres
santen in hun bezwaren ontvankelijk zijn voor zover deze bezwaren zich richten tegen
de in het voorliggende ontwerpplan opgenomen bestemmingen.
De bezwaren van adressanten gaan voornamelijk tegen de bestemming"bijzondere gebou
wen", welke zal worden gelegd op een strook grond, gelegen aan de oostzijde van het
tegenover de Witte de Withweg geprojecteerde sportveld,op welke strook blijkens de bij
het ontwerp-plan behorende toelichting een gymnastieklokaal zal worden opgericht.
Naar de mening van adressanten wordt bij realisatie van deze bestemming het vrije
uitzicht belemmerd.
In verband hiermede 'merken wij op, dat ook al zou de realisatie van de bestemming
"bijzondere gebouwen" achterwege blijven, het nog onwaarschijnlijk is, dat het thans
bestaande uitzicht zou behouden blijven, daar immers voor de gronden omsloten door de
Piet Heijnlaan, de Witte de Withweg en de Mark een plan voor beplanting is opgesteld,
waardoor genoemd uitzicht ook kan worden belemmerd.
Voorts zal het gymnastieklokaal op zodanige afstand van de bestaande woningen wor
den geprojecteerd, dat van een ernstige aantasting van het uitzicht niet kan worden
gesproken.
Wij kunnen het niet eens zijn met de bewering van adressanten, dat in het oor
spronkelijk plan de hiervoor bedoelde gronden voor park waren bestemd en dat na de uit
voering van het voornemen aldaar ook een sportveld aan te leggen voor park en plant
soen niet veel ruimte meer overblijft. Immers ook in het oorspronkelijk plan dat al
daar ongewijzigd blijft is ter plaatse een sportveld geprojecteerd, zodat naar onze me
ning adressanten in dit opzicht niet ontvankelijk zijn in hun bezwaren.
No2