Volgno. 4b der agenda -2- Ten aanzien van de bewering, dat zij bij de overweging of de te betalen bouwsom voor hun woning verantwoord was, rekening hebben gehouden met het oorspronkelijk plan, merken wij op, dat door de realisatie van de bestemming "bijzondere gebouwen" op voor melde strook grond onzes inziens de omringende bebouwing geen waardevermindering zal ondergaan. Trouwens bij de verkoop van grond in deze omgeving is geen ond.ersch.eid gemaakt in de prijs van de betreffende bouwterreinen en de andere in het plan Boeimeer 1951 N.O. gelegen gronden, met uitzondering van de grond gelegen aan de Witte de Withweg, waarvan de verkoopprijs 14 °/- hoger is geweest. Do situatie van deze terreinen blijft echter van dien aard, dat deze hogere waardering gerechtvaardigd is. In het bezwaar tegen het reeds gerealiseerde rioolgemaal zijn adressanten evenmin ontvankelijk, daar de bestemming "bijzondere gebouwen" reeds in het thans vigerende plan is opgenomen en adressanten daartegen geen bezwaren hebben ingebracht. Op grond van het vorenstaande zijn wij van oordeel, dat de bezwaren van adressan ten, voor zover zij ontvankelijk zijn, ongegrond zijn. Wij stellen U daarom voor: 1adressanten niet ontvankelijk te verklaren in hun bezwaren voor zover deze zijn ge richt tegen de bestemming sportvelden in het plan"Boeimeer 1951 N.O." en tegen de bestemming "bijzondere gebouwen" voor de grond bestemd voor de oprichting van een rioolgemaal 2. de bezwaren van adressanten voor het overige ongegrond te verklaren; 3. in te trekken het op de tekening no. 15409 in rode kleur aangegeven gedeelte van het partieel uitbreidingsplan in onderdelen "Boeimeer 1951 N.O."; 4. vast te stellen het partieel uitbreidingsplan in onderdelen "Boeimeer 1956 N.O." overeenkomstig de kaart no. 15628 met de daarbij behorende bebouwingsvoorschriften; 5. ons college te machtigen om enig onderdeel van de grens, de richting of het profiel van een straat nader vast te stellen en dienovereenkomstig de vorm der bouwblokken te wijzigen, wanneer bij definitieve uitmeting blijkt, dat enige afwijking van on dergeschikte betekenis tot aanpassing van het plan aan het terrein of het bouwplan noodzakelijk is. De Bouwcommissie gaat met ons voorstel akkoord. Burgemeester en Wethouders van Breda, burgemeester. secretaris. C. Kortmann Van Woensel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 643