n i -2- Voor de motivering,weIke ertoe heeft geleid U voor te stellen over te gaan tot de bouw ven een nieuwe school ten behoeve van de openbare lagere school Keizer straat, mogen wij U verwijzen naar ons voorstel van heden (agendapunt 19 bijl.1956, no.574 Indien U zoudt kunnen besluiten over te gaan tot de bouw van een nieuwe openbare lagere school zou het onderhavige verzoekschrift kunnen worden ingewilligd. Voor de stichting van een bijzondere g.l.o.-school in deze gemeente wordt door de lager onderwijswet 1920 overlegging vereist van: a. een verklaring waaruit blijkt, dat de school zal worden bezocht door tenminste 125 leerlingen; b. een verklaring, waarbij de instelling zich verbindt voor een bedrag gelijkstaande met 15f° der stichtingskosten, in de gemeentekas te storten; c. een opgave van de leerlingen voor wie het gebouw ruimte moet bieden, het maximum aantal leerlingen, dat per lokaal zal worden toegestaan en het aantal lokalen, dat het gebouw zal bevatten; d. een verklaring waaruit blijkt, dat het schoolbestuur is aangesloten bij een groep bijzondere scholen, welke een commissie van beroep hebben ingesteld. Aangezien de lager onderwijswet geen onderscheid maakt tussen het stichten van een gebouw voor een op te richten school en het stichten van een nieuw gebouw voor een reeds bestaande school, zijn de bovenstaande, ingevolge artikel 75, sub 1ver eiste stukken door het schoolbestuur overgelegd. Deze stukken voldoen alle aan de door de wet gestelde eisen. Aangezien Uw College, ingevolge art.77, 2e lid, der lager onderwijswet 1920, de inspecteur gehoord, een bestaand gebouw geheel of ten dele, al of niet verbouwd, als schoolgebouw beschikbaar kan stellen, mogen wij U adviseren het schoolgebouw Keizerstraat met gymnastieklokaal ter beschikking te stellen van de Opvoeding- en Onderwijsstichting "St.Marie" te Huybergen, voor de huisvesting van de g.l.o.school Karrestraat 16, waarmede ook de Inspecteur van het lager onderwijs, volgens bijgaande brief zich geheel kan verenigen. Overeenkomstig art.80, 2e lid der wet kan het schoolgebouw in eigendom worden overgedragen of in bruikleen of onder andere voorwaarden ter beschikking van het schoolbestuur worden gesteld. Het schoolbestuur geeft in zijn aanvrage te kennen, dat het het schoolgebouw met het gymnastieklokaal in eigendom wenst te aanvaarden, aan welke vorm van beschikbaarstelling wij ook de voorkeur geven. Wij vestigen er hierbij nog Uw aandacht op, dat het besluit tot beschikbaarstelling - in eigendom - aan het schoolbestuur ingevolge art.171 der Gemeentewet aan de goedkeuring van Ge deputeerde Staten is onderworpen. In verband met het vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellen de aanvrage in te willigen,waartoe ontwerp-besluiten ter vaststelling hierbij gaan. Burgemeester en Wethouders van Breda, Ligt ter visio m de raadzaal. n Tr C. Kortmann burgemeester. /an Woenselsecretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 668