Volgno. 23 der agenda
-2-
Sportstichting is uitgevoerd en welke wij voor U ter inzage hebben gelegd. Hieruit
zal U blijken, dat rekening houdende met enige factoren zoals verwachte bevolkings
toename, berekende aantallen sportbeoefenaars, bespelingsfrequenties, noodzakelijke
entourage om de speelvelden, het tekort op heden aan sportterreinen 46.54 ha.be
draagt. Aangezien van de thans aanwezige 46.24 ha. wegens stadsuitbreiding en andere
redenen 963 ha.zullen vervallen en de behoefte per 1973 geraamd wordt op 163.68 ha.
zullen in de komende jaren nog rond 127 ha. sportterrein moeten worden aangelegd.
Wij stellen ons voor deze behoefte-raming aan ons verder beleid mede ten grondslag
te leggen en U te gereder tijd de nodige voorstellen te doen. Om misverstand te
voorkomen wordt opgemerkt, dat behoefte aan schoolsportterreinen - welke wij ons
bovendien nog slechts voor Ke?roritfrwijs te verwezenlijken achten - buiten de boven
bedoelde behoefteraming is gelaten.
De vraag in hoeverre het mogelijk zal blijken de benodigde oppervlakten te
verminderen door in plaats van grasvelden verharde velden aan te leggen heeft onze
bijzondere aandacht. Voor de realisatie van dit complex zullen wij IJ te zijner tijd
de noodzakelijke kredieten vragen.
Dat het onderhoud der velden niet aan de huurders kan worden overgelaten is
ook thans nog ons standpunt.In overleg met de Sportstichting is dit door ons aan de
dienst voor openbare werken opgedragen. De kosten hiervan komen tot uitdrukking in
de z.g. "kostende prijs",welke de sportstichting op grond van haar statuten aan de
gemeente als huur moet betalen.
Plannen voor een z.g. sporthal zijn nog niet binnen korte termijn te ver
wachten. Een dergelijk project eist zijn tijd.
Ten aanzien van het probleem van de jeugdsportsubsidiè'ring heeft de Sport
stichting op ons verzoek een eerste schrede gezet in die zin, dat op bescheiden
wijze aan verenigingen die daarom hebben gevraagd een subsidie is verleend van ƒ1,-
per jaar per jeugd-lid. Hieruit zal naar het ons wil voorkomen een bepaald sys
teem kunnen groeien, naar welks normen de subsidiëring in de toekomst zal kunnen
plaats vinden. Wij stellen ons voor te zijner tijd deze aangelegenheid opnieuw bij
U voor te brengen.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester.
Van Woensel
secretaris.