Volgno. 5a der agenda -2- ad 2) In het vigerende uitbreidingsplan van de voormalige gemeente Princenhage heeft het perceel van adressant, kadastraal bekend gemeente Princenhage sectie F no.1421, de bestemming van bouwklasse B. Deze bestemming laat toe, dat er op het perceel een woning wordt gebouwd met een minimum per ceelsbreedte van 25 m. In het ontwerp-plan is aan dit perceel een agrarische bestemming ge geven, omdat andere dan agrarische bebouwing fen uit stedebouwkundig oog punt bn in het belang van het verkeer ongewenst moet worden geacht. Adressant heeft het perceel in 1935 gekocht; doch heeft de mogelijkheid om zijn perceel te bebouwen gedurende een lange reeks van jaren niet benut, zodat moeilijk kan worden gezegd, dat hij door de nieuwe bestemming in zijn belangen onevenredig wordt geschaad en hem uit dien hoofde een tegemoetko ming toekomt. Hier komt nog bij, dat de Liesboslaan zelf en de noordelijke parallelweg rijks ei gendom zijnen Rijkswaterstaat geen uitwegvergunning ver leent noch toestaat dat bestaande uitwegen worden verzwaard, zodat de be stemming bouwterrein toch reeds ernstig bemoeilijkt wordt. Wij achten derhalve het door adressant ingediende bezwaar ongegrond. ad 3) Het perceel van adressant is gelegen op grond, welke in het ontwerp-plan is bestemd voor wegaanleg. De hier aangegeven weg is geprojecteerd door de Rijkswaterstaat vanaf het rondpoint bij de Rijsbergseweg tot aan de uit monding, zoals op het plan is aangegeven. Deze weg is bedoeld om de kern van Princenhage te zijner tijd te ontlasten. De onteigening of aankoop door het Rijk zal eerst plaats vinden, wan neer het plan op dit punt wordt gerealiseerd. Het is echter mogelijk, dat reeds eerder schade voor reclamant optreedt b.v. in geval van een voorge nomen uitbreiding of bij verkoop van het pand. Wij zijn dan ook van mening, dat aan adressant kan worden toegezegd, dat de gemeente,die uiteindelijk voor dit uitbreidingsplan verantwoordelijk is, hem door middel van aankoop volledige schadeloosstelling zal geven, zodra hij zulks verzoekt. De gemeente zal deze schade op het Rijk kunnen verhalen. Is zulks niet mogelijk, dan kan door een wijziging van het thans voorliggende plan aan de bezwaren van adressant worden tegemoet gekomen, ad 4) Ten aanzien van het bezwaarschrift van W.Romme geldt hetzelfde als hetgeen wij hebben opgemerkt bij het bezwaarschrift sub 2. vermeld. ad 5) Ook ten aanzien van het bezwaarschrift van G.Schrauwen geldt hetgeen wij hebben opgemerkt bij het bezwaarschrift sub 2. vermeld met dien verstande, dat adressant de grond in 1937 in eigendom heeft verkregen, ad De uitmonding van de Dwarskootsestraat op de Liesboslaan waartegen de Hoofd Ingenieur van de Rijkswaterstaat bezwaar maakt,is van uitermate geringe betekenis. Indien aan het bezwaar van adressant wordt tegemoetgekomen is het noodzakelijk,dat te zijner tijd het aan de oostzijde van de Dwarskootse straat nabij de hoek gelegen pand wordt geamoveerd. Wij achten dit niet noodzakelijk,omdat de voorgestelde uitzichthoeken weinig betekenis hebben tengevolge van het feit,dat zich op de westelijke hoek een dichte beplanting bevindt, die zich tot de weggrens uitstrekt en het uitzicht voor deze hoek volledig te niet doet. De in het ontwerp-plan ontworpen rooilijnen geven toch nog een uit- zichthoek met zijden van 110 en 40 m, hetgeen voor de zuid-oostelijke hoek van de meer belangrijke Moerdijkse-postbaan niet kan worden bereikt. Wij zijn dan ook van oordeel, dat het bezwaarschrift van adressant ongegrond is. In verband met het vorenstaande stellen wij U voor l) J.G.de Leuw niet ontvankelijk te verklaren in zijn bezwaar wegens over schrijding van de termijn gesteld voor indiening van bezwaarschriften;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 695