GEMEENTE BREDA Bijlagen 1956 no. 32 4 januari 1956 V"/116 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast stelling van de 5-jaarlijkse afrekening van de ver goedingen der bijzondere lagere scholen over het tijdvak 1948 t/m 1952. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. 4H<t Ingevolge het bepaalde in artikel 103, 3e lid der Lager Onderwijswet 1920 dient Uw College, als het bedrag der vergoedingen en het bedrag der voor vergoeding in aan merking komende uitgaven van de bijzondere lagere scholen over elk jaar van het vijf jarig tijdvak 1948 t/m 1952 onherroepelijk zijn vastgesteld, het totaal van deze vergoedingen en uitgaven over dit vijfjarig tijdvak vast te stellen. Nu de gemeenterekening 1952 door Gedeputeerde Staten is gesloten bij hun be sluit van 19 oktober j.l», kan tot bovenbedoelde vaststelling worden overgegaan. Indien het totale bedrag der vergoedingen het totaal bedrag der voor vergoe ding in aanmerking komende uitgaven overtreft dient het bedrag van het verschil door het betrokken schoolbestuur in de gemeentekas te worden teruggestort, (art. tf||B i' 1034e lid) Indien het totaal bedrag der uitgaven hoger is dan het totaal bedrag der ver- goedingen, dient, ingevolge art. 103, 5e lid, door Uw College het bedrag van de uitgaven te worden vastgesteld, hetwelk volgens art. 101, 8e lid mag worden bestre den, uit de vergoedingen over het volgend en het daarop volgend vijfjarig tijdvak. In verband met het bovenstaande hebben wij de eer U bijgaand ontwerp-besluit ter vaststelling te doen toekomen. Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris. Ligt ter visie in de raadzaal. RNo2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 69