Volgno. 16 der agenda -2- Het onderhavige schoolbestuur ware overigens de aandacht te vestigen op art.101 der lager onderwijswet 1920 waarin is bepaald, dat voor een bijzondere school, die in bijzondere omstandigheden verkeert, als in art.55 quater bedoeld of waarvoor anderszins het gemiddeld bedrag van de kosten per leerling voor haar redelijke behoeften ontoereikend wordt geacht, door de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de onderwijsraad en burgemeester en wethouders der ge meente gehoord, de vergoeding op een hoger bedrag kan worden vastgesteld. Indien het schoolbestuur derhalve meent, dat het bedrag van 65,- per leerling voor de exploitatie van zijn v.g.l.o.-school aan de Havermansstraat 4 wegens bijzondere omstandigheden ontoereikend moet worden geacht voor haar redelijke behoeften, kan het genoemde Minister om toepassing van art.100 ter, der L.O.wet verzoeken. Wij stellen U voor ons te machtigen het schoolbestuur op het tot U gerichte adres overeenkomstig het bovenstaande in te lichten. Burgemeester en Wethouders van Breda, C.Kortmann burgemeester. II if Van Woensel secretaris. Ligt ter visie in de raadzaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 714