t
I
Volgno. 19 der agenda
Restauratieperiode 1946 - 1955
Begroting A (uitwendige restauratie)
B inwendige
C (diverse werken)
I!
It
Restauratieperiode aanvangende 1956
Begroting A
B
C
Loonsverhogingen en onvoorziene werken
Geraamd
723.735.-
133.800.-
133.810.-
Geraamd
404.800.
91.250.
427.000.
Totaal
Uitgevoerd
434.241.-
11 46.926.-
Goedgekeurd
404.800.-
59.500.-
378.700.-
47.100.-
890.000.-
Wij kunnen ons met de door meergenoemde Finister in de begrotingen aangebrachte
wijzigingen en met het totaal goedgekeurde bedrag van 890.000.- verenigen, behou
dens de post van 4.600.- voor de aanleg van de akoestische installatie. Haar onze
mening is de vergroting van de kerkruimte, waardoor deze installatie nodig werd, niet
een gevolg van de restauratie.
Het totaalbedrag, hetwelk voor gemeentelijk subsidie in aanmerking dient te ko
men, wordt mitsdien 885.400.- en het daarin toe te kennen subsidie, verdeeld over
een aantal jaren 2Q4 van 885.400.- 177.080.-.
Er is zeker aanleiding om de limiet van 20.000.- per jaar op te heffen. Het
Rijk legt, behoudens ten aanzien van het tempo van beschikbaarstelling van het sub
sidie, ook geen maximum aan, terwijl voorts bij versnelling der werkzaamheden en
stijging van het jaarlijks te verwerken bedrag tot boven 100.000.- de Restauratie
commissie een te groot bedrag uit particuliere bronnen moet zien te verkrijgen.
Resumerende hebben wij de eer Uw Raad voor te stellen aan de Commissie tot Res
tauratie van de Grote of O.L. Vrouwekerk alhier, in de kosten der restauratiewerken
van de Grote Kerk gedurende de in 1956 aanvangende periode een gemeentelijk subsidie
toe te kennen ten bedrage van 20^ van het jaarlijks te verwerken bedrag en daarvoor
een krediet van 177.080.- verdeeld over bedoelde periode toe te staan.
Bu."-.emeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann.
burgemeester.
V-. Woensel.
secretaris.